Lijm

Een alleen gelaten knoopsgat,

vijf losse gaatjes van een oude leren riem,

verdwenen ruimte in de volgepropte koffer,

de tochtende kier in het raamkozijn.

 

Een uitgegluurd sleutelgat,

de okselholte van een boomtak

waaronder het verlaten spechtennest

samen met welke vergeten herinnering?

 

Met het afwezige aanwezige als lijm

kleeft deze verzameling bijéén

tot een kaal verhaal van geen.

Gebrom

Als Nirvanees slaat hij natuurlijk nog geen bromvlieg dood.
Uiterst behoedzaam vangt hij met veel moeite de ronkende stoorzender in een glaasje.
Bij het open raam laat hij hem monkelend los:

‘Zo en nu wegwezen…met je Boeddha-natuur!’

Roedelbeheer

Het loopt niet lekker met het honderwijs. De honderwijzers lopen achter een roedel loslopende feiten aan. Jonge honden willen gewoon loos, als dolle honden tekeer gaan,
elkaar van zich af leren bijten. Ze willen niet waaks zijn, niet dienstbaar, geen pootjes geven, niet luisteren. Ondankbare honden. Brave honderwijzers zitten netjes op en worden honds afgeblaft door de baasjes die het honderwijs beschouwen als uitlaatdienst, als roedelbeheer.

Taartje

Op vijf april 1954 hakte Miep, dochter van Nescio, de knoop door:
“Als ik een taartje eet heb ik lak aan de eeuwigheid”.
Nescio spreekt haar niet tegen.
Niet de eeuwigheid, maar het hier en nu om te genieten…

Is Nu in tegenspraak met Eeuwigheid?
Sluit het éne het ‘andere’ éne uit? Of is een plus een één.
Wat één is kan niet buitensluiten.
Hoe, waar en wanneer zou eeuwigheid anders beleefd kunnen worden dan hier en nu?
Nu is de tijdloze poort tot welke beleving dan ook.
En ook eeuwigheid heeft nu als begin voor degene die haar kwijt denkt te zijn.

Nescio langs de mystieke meetlat van de literatuurwetenschapper.
De loopkip in de ren geeft uitleg over de verheven vlucht van de buizerd.

Petite Philosophie du Nez

“De neus mag dan de zetel van de intuïtie verzinnebeelden, maar dat wil niet zeggen dat men er gerieflijk en zelfvoldaan in kan gaan zitten.
Toch ziet men dit verschijnsel veel om zich heen, mensen die in hun neus zitten, als betrof het een gecapitoneerde crapeau….”

“Het reinigen van de neus verdient de hoogste prioriteit.
Een neus zelf dient geurloos te zijn om intuïtie te kunnen ruiken.
Intuïtie is zelf ook geurloos en vraagt daarom de meest verfijnde vorm van ruiken”

‘Met de neus naar voren geboren worden’…luidt het gezegde.
Hetgeen wil zeggen dat de neus richting geeft aan het stuurloze bestaan…
De neus is zowel de voorsteven als het roer van het vaartuig dat mens heet.
Het ruikvermogen staat immer paraat op de voorplecht…
Ver voor er land in zicht komt zal eerst de geur zich melden, het land komt eventueel later of nooit…”

“Als de neus het niet zelf ruikt zal ruiken aan andere neuzen die het wel hebben geroken niet helpen…”

“Van het gerecht des levens ruikt niemand de geur, want:
wie is het die ruikt? Het is niemand anders dan de neus, de neus is een heus niemand…”

“De neus is blind maar neemt daarom des te scherper waar door zijn neusgaten. Wat is geur anders dan de verdamping van een directe ervaring die nog ergens op jou ligt te wachten?
Zo beschouwd is intuïtie een herinnering aan een toekomst. Dankzij de neus kan de mens zich verheugen op herinneringen aan ervaringen die in een toekomst nog gaan komen…”

“De neus steekt zich graag in andermans zaken en ruikt daar meestal zijn eigen ongewassen staat. Het is dus zaak de neus goed te wassen en te snuiten alvorens hem uitsluitend nog in eigen zaken te steken tot men is uitgeroken…”

“Een goede neus behoeft geen wind, windstilte is het paradijs voor de neus. In het windstille geurparadijs liggen de geuren keurig gelaagd op elkaar als millefeuille…”

“Een sublieme geur geeft de neus vleugels en daarmee krijgt de geest ruimte.
Er bestaat uiteraard geen sublieme geur zonder een sublieme neus… onder het sublieme versta ik het ruiken van het mogelijke, het onmogelijke, het onbestaanbare…”

“Creativiteit is het vermogen om de geur te ruiken van dingen die niet bestaan…nog niet bestaan…, de neus is in deze zin het geboortekanaal van het onbestaanbare”

“Een neus is om te ruiken, niet om een neuslengte voor te liggen op andere neuzen…”

Enkele vertaalde citaten uit :
‘Petite Philosophie du Nez’
Claude-Michel Beausavage