Je hoort tegenwoordig vaak zeggen: ‘Er staat een olifant in de kamer’ .
Er wordt mee bedoeld dat er evident iets onmiskenbaar aanwezig is dat
volslagen genegeerd en ontkend wordt. Zoiets dergelijks is er ook
aan de hand wat betreft de bovenkamer an sich. Er staat daar een enorme
olifant in de kamer. Ik ga natuurlijk niet zeggen wat het is, niemand zou het
geloven. Er gaat enorm veel energie zitten in het ontkennen van wat
onmiskenbaar is. Het is doodgeslagen energie die anders creatief gebruikt
zou kunnen worden. De olifant zelf is niet het probleem, de ontkenning des te meer.
Maand: november 2018
Nul
Photo:J.Touw©2018
Wezenlijk draait het altijd om dat wat niet te zeggen valt,
zoals het wiel draait om het lege midden, het nulpunt.
De wereld draait om datgene wat tussen de regels door…
om het half vermompelde woord voor de goede verstaander…
om een onverbeterbaar zwijgen…om het duurzame staren in
een met stomheid geslagen verwondering om dit openbare geheim.
Altijd gaat het om dat wat nooit verwoord kan, toch is dat het enige
wat de moeite waard is om te pogen. De rest is onvermogen:
om er niet te zijn, om niet te blijven, om het geheim niet zelf te leven.
De laatste die hier weg denkt te gaan mag vergeefs proberen om
het licht uit te doen en vergeefs trachten deze ruimte te verlaten.
Het is buitengewoon mooi geweest, alles is buitenstebinnen.
Vertrek
Het vertrek is.
Het vertrek is niet.
Het vertrek is niet alleen.
Is niet alleen een weggaan.
Het is ook.
Het is ook een kamer
een kamer waar
men in kan.
waar men in kan blijven.
Een verblijf waar
men uit kan.
Waar men uit kan
vertrekken…
of in kan
thuiskomen,
een onderkomen.
Het blijft,
het blijft een gaan,
een gaan en komen
in dit vertrek.
Kom,
blijf
gaan!
Grond
Mensdom leeft nog altijd in Niemandsland, onder het regime van roofridders
in wolkenkrabbende kastelen.
Echter niemand wil inzien dat Niemandsland echt van niemand is.
Het gewoontespoor van claimen, koloniseren en plunderen is diep ingesleten.
Het ongegronde alleenrecht om te plunderen gaat boven elk dierenrecht.
Wie is er na ‘The Greatest Wars on Earth’ nog sneuvelbereid, om voor een leeggeplunderd, vervuild stuk grond te sterven?
Liever zoekt men nieuwe planeten om nog beter leeg te roven.
Wie niet aan deze juridisch onderbouwde leugen meewerkt wordt als
achterlijke indiaan in een reservaat op z’n best nog even getolereerd,
een laatste Mohikaan, een bezienswaardigheid in het toeristenpark.
Men doet er goed aan zijn bestaansgrond niet op deze aarde te baseren.
Nomade
Dieren wonen buiten, de meesten leven als nomaden.
Ze volgen de oogstroutes die de natuur te bieden heeft.
Onderweg plukken ze fruit, noten, zaden, bonen, knollen, paddestoelen.
Het was ook voor menselijke dieren altijd de meest natuurlijke levenscyclus,
oogsten zonder te zaaien.
Tot mensen zich gingen vestigen en zich grond gingen toe-eigenen,
toen werd de nomade opeens een dief. Dit maakt duidelijk dat eigenaren
dieven kweken. Je steelt land en vervolgens noem je nomaden die de
vruchten plukken crimineel, en bewijs je dat criminaliteit in hun genen zit.
Zo is bezit het begin geweest van de vernietiging van het meest natuurlijke leven.
Aan de eigendomsakte zijn alle persoonlijke privileges juridisch verbonden.
Met die akte leek er een papieren bewijs te zijn dat er echt een persoon bestond
in de bovenkamer.
Wellicht is dit het meest wonderlijke, dat de mens werkelijk serieus is gaan
geloven wat hij zelf op papier geschreven heeft, omdat hij er belang in heeft.
Fantoom
Er is een geluk dat niet toegeschreven kan worden aan ‘iets’.
Je hebt geen idee waarom geluk er is. Geluk is geen object,
daarom helpt najagen van geluk ook niet. Objectloos geluk zou je
fantoomgeluk kunnen noemen. Binnenpret om niks lijkt op een
spookfeestje, niemand is uitgenodigd. Die niemand is heel geestig,
aanwezige afwezigheid speelt het spel van zijn en niet zijn.
Palm
Opeens had de doofstomme jongen mijn arm gepakt
om in mijn lege handpalm te ‘schrijven’. Ik begreep
zijn schrifttekens niet die hij in mijn handpalm schreef,
maar zijn handeling op zich was al van pure poëzie.
Wat als kunst niets is dan raken en geraakt worden…
Wat is er dan geen kunst? Later begreep ik pas dat ik
doofstom was voor hem en onthand bovendien, taalloos.
Hand
Woorden leken op de vingers van een verloren handschoen.
Samen vormden deze lege vingers van leer een zin, een betekenis van
een ding dat verwees naar de echte hand van botjes, vlees en warm bloed.
Een levende hand, een directe ervaring uit de eerste hand.
Nooit zal taal iets anders zijn dan een machteloos tastende handschoen,
een machteloos grijpen naar het ongrijpbare. Schrijven is een falen dat bij voorbaat vast staat, succes verzekerd. Dit toch steeds weer proberen heeft iets heroïsch,
het is de euforie van het vergeefse dat een heel eigen schoonheid in zich bergt.
Enigma
Iets leren is een dingetje, iets afleren is geen dingetje. Enigmatisch simpel.
Afleren is zo moeilijk omdat het te gemakkelijk is, het is geen handeling.
Het is ‘het’ laten afweten, het nalaten van elk proberen.
En als het kwartje valt, raap het niet meer op. Wees dankbaar dat het viel.
Je kunt het toch niet thuisbrengen. En al zou je het kunnen thuisbrengen,
er is daar toch niemand aan wie je het zou kunnen uitleggen, die euforie.