Bladgodin

Spiegels kent ze niet,
alleen de kikkercirkels
in het vijvervel van kroos
die het zicht doen rimpelen.

Haar gelaat schijnt gonzig
als geweven van zonnewind,
bladstille schaduwgeur gedoopt
in vluchtige zindervogelzang.

Handpalmen vingerwortelig
groezelend van godenbagger,
zij zaaien wonderzaadvreugde
jeukend van kiemkracht.

Badend in deze bloemzee
oogst ze overrijpe ruimten
hemelhoogst opgetast
als goudblauwig zomerhooisel.

Bladgroengodin Scheurwortel
tiert zo welig haar wildgroeigeest,
voortplantaardig ontspruit ze zich
waar dan ook, het toverlover feest.

(Ode aan ‘Lanny’ Max Porter)

Droonbeeld

{CAPTION}

Dronend boven Holland
ziet het bereden filerivieren
braaf traag door omheind
laagland gaan
gekapte populieren nergens
langs de snelle wegen staan
omzoomd door bedrijventerreinen
zijn de wegen van de Geldgod verwonderlijk lelijk en zelden aangenaam.

Gekrabbel

Moet je horen, heerlijk…geen muziek. Wat bedoel je, ik hoor niks?
Kijk en daar stond vroeger die kerk. Waar dan, ik zie alleen een leeg plein?
Ruik je dat?…geen uitlaatgassen! Nee, of bedoel je gewoon deze frisse lucht?
En moet je dit nou es proeven, zalig… brood zonder conserveringsmiddel…
Ik proef het niet, zonder kleur of smaakstoffen staat op de verpakking.
Ze zijn het zout ook vergeten, proef je dat niet? Ja, ik proef geen zout.
Gek toch, als de zintuigen niet geprikkeld worden gaan ze jeuken.
Ik dacht al wat zit je nou te krabbelen in dat opschrijfboekje.

Chopart & Mozin

Ken je showpein?
Shop Hein?
Ja Sjopijn!
Joe Penn?
Gopin!
Joop Anne?
Neehee, Chaud Pain!
Oh Chopin … die chocolatier toch?
Nee, die Poolse stukadoor, nou goed.
Nee, maar ik ken wel Moos Hart…
Meaux heart?
Nose hard?
Nee, Mose Art!
Beaux Arts?
Mow! Tsar!
Mootsaar?
Ah, Mozart van Le Quattro Stagione?
Die pizzeria?

Rach

De eerste prelude in Cis mineur van Sergei Rachmaninoff komt volgens de overlevering voort uit een indringende droom die de jonge componist had. Het stuk is kapotgespeeld sinds het bestaat en exemplarisch voor Russische melancholie, met een aan waanzin grenzende heftigheid van het snelle, agitato, middendeel. De melodramatiek laat geen ruimte voor relativering als het stuk afsluit met een luide versie van dezelfde inleiding, als beierende klokken. Nu de droom.
De dromer loopt door een eindeloos lange duistere zuilengalerij tot hij bij een altaar aankomt waar een doodskist op ligt. Hij kijkt onder de deksel en ziet zichzelf daar liggen. Existentiëel gezien is dit in wezen heel grappige droom, want als
Sergei daar werkelijk ligt…wie is dan degene die in de kist kijkt?
Als Sergei degene is die onder de deksel kijkt…wie of wat is dan degene die in de kist ligt? De eenzame dromer lijkt getuige van zijn eigen dood, hetgeen vertelt dat er niemand dood is, hij is samen met zichzelf.
Rachmaninoff zal hier waarschijnlijk de humor niet van ingezien hebben, het zou namelijk de hele dramatische lading hebben ontkracht. Wat het weer extra grappig maakt? Dit verhaal is wellicht ook exemplarisch voor de onnauwkeurigheid waarmee men waarneemt en automatisch interpreteert, zonder echt te onderzoeken.
Ik had het verhaal tot voor kort nooit gehoord, dus ik heb dit dus ook nooit in de muziek zelf gehoord. Voor mij was het neutraal, wel mysterieus en meeslepend.
Nu kan ik er niet meer naar luisteren zonder een inwendig brede grijns.
Elk verhaal kan op muziek geprojecteerd worden, maar waarom zou je?
Een componist mag nooit zijn bron vrijgeven, het voegt niets toe.

Es

esdoornvleugeltjes
fel opgloeiend in de zon

verkoold haardhout dat nasmeult
als hete winterbloesem

sierlijk zweeft het vleugelzaad
in vruchtbaar grijze as

om tot boom te ontkiemen
of rot ze zacht weg?

van de tienduizend zaden
kiemen er slechts drie

waarvan één boom wordt
toch geeft elk zaadje zich leeg

van de tienduizend bomen
wordt er één niet tot brandhout

zie hier hoe zeldzaam
zeldzaam zijn komt zelden voor

wat is de mens dan

brandhout of een zaadje?

van de tienduizend mensen

komt slechts niemand tot verlichting

Ozamaki©FutonPress2019

uit:WankeleVerzen, vertaling:Miruki Wildesheim