Veertien

Onze zoon van acht is inmiddels veertien. Hij is nogal tegendraads. Geen idee van wie hij dat heeft. Wij schuiven het op de tijdgeest. Hij schijnt er immuun voor te zijn.
Voor zijn verjaardag wilden we hem iets bijzonders geven. Iets blijvends waarmee hij er bij zou horen. Een huidversiering of een fraaie doorboring. Maar hij weigerde, ondanks alle goede argumenten….het is voor je eigen bestwil…goed voor je integratie…je maatschappelijke loopbaan…..ieder kind wil er toch bij horen…?
Zo hebben we hem ook vergeefs geprobeerd te laten wennen aan muzak. Gewoon omdat je er nergens meer aan ontkomt en je het jezelf zo moeilijk maakt als je er niet van houdt en wij er uitslag en hartkloppingen van krijgen. Maar hij molde elke cd, hij delete elke playlist die we samenstelden. We waarschuwden hem dat hij alle gevolgen van zijn obstinate houding zelf moest dragen. Waarop hij oprecht verwonderd reageerde: ‘Ik ben niet obstinaat’. Typisch een bevestiging van een onaangepaste. Ze hebben het zelf niet meer in de gaten. De gescheurde spijkerbroek weigert hij eveneens, die gooit hij gewoon weg. Het allerergste is dat hij geen mobiel wil. Hij wil niet traceerbaar zijn, niet op een scherm leven. Wij weten als ouders dus niet waar hij uithangt. Vooral de laatste jaren lijkt hij ons steeds meer te mijden. Overigens wel op een keurig welbespraakte, voorkomende manier. Hij gaat zijn eigen onnavolgbare weg.
Het enige dat we weten is dat hij leest, oude boeken uit antiquariaten die hij netjes kaft. Nieuwe boeken die we hem aanraden blijven maagdelijk ongelezen in zijn jongenskamer. Hij komt er niet aan toe, verklaart hij terloops. We snappen niks van die jongen.

Patisserie

Je had ooit een vogel van steen. Ze was handtam en sliep in je broekzak. Als je haar over de etalageruit van de patisserie liet knersen floot ze een glashelder liedje. Als ze wilde vliegen gooide je haar door de kamer dan landde ze zacht op je bed. Niemand mocht weten dat je een vogel had van steen. Ze sliep onder je hoofdkussen als een koud kaal eitje. Daar smoeste je geheimen in haar verborgen oor. Op een dag liet je haar vrij vliegen over het grindpad. Ze had zo’n goede schutkleur dat je haar niet meer terug kon vinden. Net toen je haar naam wilde fluiten was de buurkat op het pad verschenen. Wijselijk hield je je mond, net als de vogel zweeg je als steen. Daarna zou je altijd etalageruiten met vogelzang in verband brengen. Je wist best wat er zoal te koop was, maar je wilde nooit iets. Je wilde nooit iets anders dan vogel zijn. Een licht zinnig wezen.

Staart

Hoe vervoer je de ziel?
Simpelweg, door in vervoering te raken.

Door wat? Door om het even wat.
Vervoering gaat nergens heen.
Het draait erom dat je weg bent.
Het lijf als voertuig voor de ziel?
Alsof het lichaam de ziel vervoert.
Het is natuurlijk precies andersom.
De ene ziel vervoert alle lichamen.
ze brengt lichamen in vervoering.
De ziel voert ze door alle domeinen
en die domeinen houden niet op
als het lichaam het begeeft.
Wat lichamen ook aanraken,
ze raken alleen zichzelf aan.
De ziel is onaangedaan getuige van
geraakt worden door alle aanrakingen.
Zo maakt de ziel alles mee,
hemelse en helse aanrakingen.
en alles daar tussen in.
Dankzij herhaling verschijnt
sublieme verveling en gaat ziel
op zoek naar zichzelf
bijt zichzelf in de staart
als getuigend zijn.

21 gram

De ondraagbare onweegbaarheid van het bestaan;
Wat geen gewicht heeft is niet te tillen. F.Wildesheim

21 gram bepaalde een weegschaal ooit.
De ziel was gewogen en 21 gram te licht bevonden.
De afmeting van ‘de ziel’ werd echter niet meegerekend.
In aanmerking genomen dat ziel geen omtrek heeft
weegt het in verhouding verwaarloosbaar weinig.
Met grenzeloosheid raken alle verhoudingen zoek.
Wat is 21 gram ten opzichte van het onmetelijke?
Nu zijn wel meer oerzaken niet meetbaar.
Daarmee is de ziel in goed gezelschap
van de onweegbare fenomenen,
want wat weegt warmte?
Wat weegt zwaartekracht?
Wat weegt stilte?
Wat weegt geur?
Wat weegt duisternis?
Wat weegt smaak?
Wat weegt een schaduw?
Wat weegt een gedachte?
Wat weegt liefde?
Wat weegt ruimte?
Wat weegt licht?
Wat weegt het bewuste?

Trouwens over het onweegbare gesproken:
zodra dingen zweven, uit zichzelf leviteren…
bezitten ze dan een negatief gewicht?
Kan een wolk min 2 kilogram wegen?

Musiversum

Accoorden zijn vreemde planeten,
ze bestaan minimaal uit drie harmonen
die samen resoneren als symfonen.
Elk toonsymfoon fungeert als thuishaven.
Rond de drie harmonen zweven vier dissonen,
die elk moment kunnen oplossen in het accoord.
Klankgalactisch gezien speelt dit spel van golflengte
zich af door alle vierentwintig toondomeinen,
Twaalf grote en twaalf kleine, majeur en mineur.
Per harmoniversum zijn er zeven accoordplaneten
die zweven rond het thuisaccoord, lees moederplaneet.
Elk van de drie toon harmonen kan zich elk moment plots
verheffen of verlagen waardoor het planetaire symfoon
alle geklonken tonen migreert naar een ander toondomein.
Tot zover deze futiele maar al duizelingwekkende kosmos
van toonmogelijkheden. Uiteraard zijn er ook nog planeten
met vier, vijf, zes tot twaalf harmonen maar dat zou te ver
voeren. Dan kom je te dicht bij het zwarte gat waar tonen
nooit meer uit kunnen ontsnappen. Niet dat ik er iets van
snap, begrijp mij goed. Ik weet dat wat er speelt, het begin-
sel. Maar mysterie snap je niet; muziek heeft mij ontsnapt.

Varaan

Mensen vragen mij wel eens in gemoede af,
als ik zielsblij blaf naar de volle maan
of door de struiken kruip als een varaan…

Ben je wel snik, krankjorum of goed maf?
Ik zeg dan dat het zijn zo openbaar geniet,
vrij uit druipend als een lekke vergiet…

Als nat water dat speelt ‘n fontein te zijn.
Maar dat neemt men niet zomaar aan.
Men heeft toch geen brein van marsepein?

Ze vragen jouw vergunning om te bestaan.
Ben je wel lekker bij je knettergekke hoofd,
hebben ze jou thuis wel goed gaar gestoofd?

Heb je ze wel alletwee op een rij of niet,
ben je stapeldwaas of lichtelijk kierewiet?
Waarom dans je rond als een hondsdol rund?

Gewoon omdat je het gelukkige niet laten kunt.

(Illustratie:Kensuke Koike)

Uitvissen

Daar zat je dan met je beste hengel,
je prachtige uitrusting. De sterkste lijn.
Het lekkerste aas aan het scherpste haakje
aan de oever van de oudste woestijn.

Uiteindelijk breek je je hengel maar in stukjes
voor een vuurtje om het aas in gaar te stoven.
De sterkste lijn laat je vieren, wat een feest…
Het scherpste haakje rust prachtig uit.

Het leefnet ligt in het zand als een ruimhartige zeef…

Herfstbrevet

het ritselt nog even
schilferend
voor haar eerste

en laatste
duikvlucht
zonder herfstbrevet

dit blad verlangt
nooit terug
naar haar tak

ze hunkert liever
stilletjes naar
bitterzoet

verrotten
tot molm
stervend als sap

in wortelnerven
die 1 verse jaarring
in de stam verwerven

laat ze ongeteld die ringen
laat het maar ontelbaar heel

schilferig klinkt dit herfstgebed
dat blaadjes mooi schor zingen

Lab

Onder de macromicroscoop
ligt dat ene godje van niets
in een verlaten Petrischaaltje
het stelt niets voor
maar noemenswaardig genoeg.
het lijkt nog minder dan
een leeg droog celletje…
zonder vel…
eigenlijk beter gezegd,
niet te onderscheiden
van de aandacht waarmee
het wordt waargenomen
en blikt even verwonderd
terug door de lens.
toch is dat minstweinige heel
niet niks.
deze futiele waarneming
wordt ruimschoots goedgemaakt
door het feit dat het niet alleen is,
het is met al te veel,
ruimte puilt er van uit
een totale zee van zijn
meer dan de som der velen
zo’n scheppend wezen van niks