Haven

Stalen scheepswanden schampen
gestaag de oude vertrouwde kade,
als roestige huiden met jeuk.

Zo begroeten grote vissen elkaar
met teder schurende schubben.

In thuishavens ligt alles opgetast
wat overzees zoal te vinden was.

Magazijnen vol exotische zaken
die niemand kon thuisbrengen,
collecties van onbegrepen wonderen.

Niemand werd hier dus thuisgebracht
als een alom afwezige conservator.
Een eigenaardig soort eigenaarschap.

Heelzaam


Het mensje van Vermeer

Wie weet wie ze is?
Wie ze was?
Waar ze aan dacht
in dit hemels ogenblik?

het feest er te zijn?
de meester te zien
zijn tover van licht?
het wezen van schijn?

Het blijft gegis
wissewasjes van de geest
ze is een en al aandacht
haar hemelse open blik
verstild als maneschijn
door niets beheerst

haar oogjes luisteren
als donkere kamers
naar de luister van licht
liefde in dit eerste zicht
bestaat er iets heelzamers
dan dit immer eerste?