Altaar

de huisgod fladdert
als een mot rond
de flakkerende kaarsvlam

vol vertrouwen neemt ze plaats
op de net gedoofde pit
als was het een troon

uitgeblust zit ze sereen
in opstijgende kaarswalm
vindt ze rust in het duister

Hertaling:

de moderne zot bladert
als een God op zijn mobiel
tot de accu leeg is

vertwijfeld plakt zijn blik vast
aan het uitgedoofde scherm
als was het een gesloten poort

onthutst starend naar het lege beeld
tot het besef gloort…er is
geen poort, alles is altijd al binnen

Schemervis

Je zit bij je schaduw op de fiets
moeiteloos licht glijdt het beeld
als een schemervis over de stenen
van de straat

een torenflat wist ons weg
als een enorme gum
er wordt niets meer betekend
op de stenen van de straat

alleen in het innerlicht van verbeelding
zwemmen nog schaduwen in nachtaarde
onder de straat van stenen

Rotonde


Balletjes kunnen alleen maar raar rollen,
gewoon voorspelbaar rollen zit er niet in.

Oorspronkelijke natuur dobbelt
als een gokverslaafde, niets te verliezen.

Levenswegen kunnen elk moment
onverwachte wendingen nemen,
ondanks het harnas van de gewoonte.

Elke seconde ‘n verse rotonde
met nog nooit gebruikte afslagen,
naar nog niet eerder geleefde mogelijkheden.

Ondoorgrondelijk zijn goddelijke wegen
die nooit zijn aangelegd, ze ontstaan door te gaan.

Het onberekenbare rekent alles meteen goed
als het onvoorstelbare zich manifesteert.