Kliekjes


Geschiedenissen zijn meestal geschreven
in de onverwerkt tegenwoordige tijd.
Wat goed verteerbaar is laat geen sporen na.
Gelukkige samenlevingen kennen amper geschiedschrijving.
Hoeveel historische boeken zijn er over het ongekende geluk
wat anonieme mensen en dieren …planten…? hebben beleefd?
Over het plezier van spel, over balverliefdheid?
Over redeloze vreugde om niet?

Het dagelijkse dagboek van het journaal bestaat
voornamelijk uit opgewarmde kliekjes uit het verleden.
En kennelijk wordt ervan gesmuld want de menukaart blijft ongewijzigd.
Wat ons als nieuws wordt geserveerd is vaak al eeuwenoud:
oude vetes, oud zeer, oude wrok…ouwe koeien.
Omdat de recepten van deze giftige kliekjes niet worden onderzocht
worden ze steeds opnieuw als nieuws opgediend.
In plaats van te onderzoeken klagen we over wat ons voorgeschoteld wordt,
dat we dit niet besteld hebben…ouwe taaie koeien.

Gloei


Het sneeuwde permanent vlokken verklaringen
op de godgloeiende plaat van het mysterie.
Toch koelde het onbegrijpelijke niet af, integendeel.
Het ongrijpbare leek er van te groeien.
In de donkerste nacht was het gloeien het best waar te nemen in al z’n pracht. Het leek nog het meest op een raadselachtige glimlach, maar dan één zonder gezicht.
Sommigen zochten een leven lang naarstig naar de donkerste nacht om het gloeien eens met eigen ogen te zien, zoals zuiderlingen het noorderlicht zoeken.
Leven was bepaald geen grap, voor wie hier controle wilde uitoefenen…voor wie het godgloeiende met koele verklaringen probeerde te blussen.
Lachte men ooit omdat een grap begrepen was?
Of lachte men vooral om het feit dat iets eerst totaal verkeerd werd begrepen?
Je kon er dus maar beter vroeg mee beginnen om de dingen totaal verkeerd te begrijpen. Dan ontvouwde zich gaandeweg een wonderlijk mysterieus leven, vol onverwachte lachwekkende wendingen en ongezochte mogelijkheden, want leuk blijkt altijd anders.
De laatste lachers lachten het best om anderen, maar het lachte nog beter om het eigen onbegrip. Ze lachten hun angst en uiteindelijk zichzelf weg. Was de ultieme grap niet dat er niemand te vinden is die lacht? Alleen maar deze ondoorgrondelijke lach en niemand die dit begrijpt, laat staan kan uitleggen wat dit gloeien in het donker is.

Jatwerk


Op het filmpje is een hond te zien,
die vermeend timide een winkel betreedt,
kijkt quasi onschuldig om zich heen, ruikt
aan een schaal met iets wat op kroepoek lijkt,
pakt er voorzichtig een lekkernij van af met zijn voortanden,
zonder het te breken, verlaat behoedzaam de winkel.
De eigenaar heeft alles waarschijnlijk al eens eerder
gezien en daarom nu voor ons op camera vastgelegd.
Hij volgt de hond naar buiten, waar de dief steeds uitzinniger
begint te galopperen, duidelijk in een staat van opperste vervoering,
de euforie van het betere jatwerk.
Deze registratie verklaart meer over misdaad dan tien
criminologen. Het gaat niet om het gestolen object,
dat is slechts het vervoermiddel voor de euforie.
Het geschenk van de diefstal is het geluk dat het gelukt is.
Dit zou ook verklaren waarom kraaien ook graag dingen stelen
die totaal nutteloos voor ze zijn. Het geeft gewoon een heerlijk gevoel.
Trouwens, wat zouden criminologen moeten beginnen zonder diegenen
die hun eerbaar werk verschaffen. Zonder criminelen zouden ze bestolen
worden van hun vak.
Volgens de Tao is het oppotten van geld en goederen en daarmee te koop
lopen, het aanzetten tot diefstal.
De winkeleigenaar heeft dat goed begrepen en geniet van de rechtvaardige
hond.

Helm


Het is wel topsport wat u beoefent…
Zeker, ik heb een dagtaak aan sponsorpromotie voor het Shampoo-team.
Veel trainen zeker?
Zeker, veel mediatraining en de bolide moet wel in topvorm blijven, het is net als met haar, je moet de juiste shampo weten te vinden…desnoods de conditioner van hetzelfde merk gebruiken…
En als dat niet helpt?
Dan is er nog een hele fijne styling-gel van eveneens van hetzelfde merk…trouwens onze haarlak is ook top…twee keer spuiten en je hebt een helm op.
Ja, wacht even we hebben het hier toch over racen.
Zeker, maar de bolide daar heb ik een heel team voor…ik stuur alleen en plankgas.
Dus u doet voornamelijk de sponsoring?
Natuurlijk, ik formuleer, zij sleutelen zich suf in de pitstop.
Hoezo, dat formuleren?
Kijk, alles draait om de formule, dat snapt de buitenwereld niet, de rijkste wint, die kan de snelste motor kopen, daarom begint alles met sponsorgeld…wie het meeste…
Wat bazel je nou, hebben we het nu over shampo…?
Nee, ik heb het over de formule, komend jaar ga ik er ook make-up bij doen voor Max Factor.
Hoe bent u zover gekomen?
Gewoon, goede banden onderhouden.

Veer


Compliment aan het onverdienstelijke

Als niet weten een bonte veer was
in de kale kont van ‘t mysterie
dan was je als mens al gauw
een rijkbevederde onbenul
je lulde als kop zonder kip
al je onwetendheden samen
die gaven je sterke vleugels
je zou je een adelaar wanen
vliegklaar voor vertrek
naar hogere ijle luchtlagen
van de zwevende hemelen
om daar moeiteloos te zeilen
hoog boven de schuwe prooi
van de geheime kennis
zou je daar ooit van proeven
veer voor veer zou neerdwarrelen

maar niet weten is
van nature veerloos

en mysterie leeft
voort zonder kont

als ei heb je daar
alles aan te danken

Korrelgodjes


Een Kamerplant heeft meestal een bloempotkapsel
hersenhaarwortelpunten groeien
op de tast door de nachtaarde.

Een bloempot als schedel
die wortelharen voedt en beschermt tegen het licht.
Plantaardige gedachten floreren bij ondergronds donker.

Wortelstelsels communiceren krioelgewijs
met de naastgelegen bodembreinen
als ze verlost zijn uit de potaarde.

Ze overleggen als bladgroenkorrelgoden,
hoe kunnen we ons leven het beste inrichten,
wat verheft ons naar het licht?

De bladeren zijn gerealiseerde plannen,
bloeiwijzen zijn hun meest briljante ideeën,
geniaal van vorm, kleur en geur.

Kroon op groen bestaan is vrucht te dragen,
boordevol zaad, bedoeld om het groene evangelie
van de chloroplast over de aardbodem te verspreiden.

Bestek


Vork bevond zich in een identiteitsvacuüm en dacht steeds vaker dat ze liever een Taartschep had willen wezen. Een rustig bestaan, als taartschep…alleen werk op verjaar en feestdagen. Dat eeuwige geprak was haar zo tegen gaan staan. Haar naaste collega Mes steunde haar. Mes adoreerde Vork en had zelfs ook wel eens gefantaseerd om net als Vork te zijn…maar Mes had zich er, in de besteklade bij neergelegd, omdat hij Meszijn op zich al bijzonder genoeg vond.
“Welke vorm dan ook heeft aan gebreken geen gebrek…..maar wij zijn samen, gewoon, simpelweg bestek”… Zo hadden de theelepeltjes in koor gezongen, bij de jaarlijkse kerstmusical, waar de gebaksvorkjes een leuk dansje bij deden.
De oude opscheplepel die vroeger kaasschaaf was geweest, verlangde nog wel eens naar het schaven van dunne plakjes. Als opscheplepel kwam je nauwelijks nog aan schaven toe. Je werd feitelijk uitgesloten van het hele schaafgebeuren, omdat je, zo onrechtvaardig, toevallig in de verkeerde vorm gegoten was. Mes begreep Vork en Opscheplepel goed, maar waarschuwde voor de onomkeerbare consequenties:
Eenmaal omgesmolten…in een andere vorm gegoten is er geen weg terug.
Maar Vork was niet overtuigd. Haar aversie tegen prakken gaf de doorslag.
Op laatste jaaravond was er een groot diner. De besteklade ging helemaal leeg op het tafellaken van damast. Ze gingen samen uit eten, om te vieren dat ze samen het bestek waren. Ze namen dankbaar afscheid van hun dierbare Vork, die ze allemaal, na het omsmelten een perfecte vorm toewensten.

Lijst


De framer wenst niet
te worden geframed
als framer.

De framer eist het alleenrecht op
om alles en iedereen
te framen.

De provocateur speelt
geshockeerd
dat hij niet mag provoceren.

Hij claimt het privilege
om te shockeren op
omdat hij het beste shockeert.

Vermoorde onschuld toont zich
als gekwetst slachtoffer
als een roofdier pikt hij van au!
in zijn eigen rauwe vlees

De framer is trots verrast
hij schetst zijn verbazing
als zijn grootse zelfportret
in geen enkele lijst past

Olifantomen


Ergens…in het vaagbewuste
verwacht je eigenlijk al jaren
de aankomst van die enorme & verre Oom,
uit dat betoverde exotische domein
waar oerwoudlianen van verhalen
paden overwoekeren.

Die grijze oom met die veel te lange
snuit, ja precies die dikhuid
die al je verhaaltjes uit komt…pffft!
Ook al kwam hij nooit
toch noem je hem familiair en dierbaar:
‘Mijn Olifantoom’

Nooit vraagt daarboven zich af:
Waarom zou je oom overkomen
naar jouw onleefbare land
van zogenaamd gezond verstand
en andere zorgwekkende symptomen?
Dat is toch geen biotoop
voor Olifantomen?

Wat heb jij je oom nu te bieden
dan te worden uitgeblazen?

Olifantomen dienen
het wonderbewuste af te grazen.