DSM-supplementen

Het heeft er alle schijn van dat het normale, het gangbare, hoofdoorzaak is van de huidige crisis in de wereld.
Terug naar het oude gangbaar wordt immers heel gewoon gevonden.
Dat wat men normaal vindt wel eens een ongekende pathologische aandoening kan zijn houdt niemand voor mogelijk.
De kans dat the Average Normality-syndrome (ANS) in de DSM-gids 6 wordt opgenomen wordt met de dag waarschijnlijker.
Evenals het Common Sense Disorder, (CSD) het gezonde verstand
dat niet zo gezond is als het zich voordoet.
Daarnaast zijn er nog:
-Orthodox Positivity-syndrome (OPS)
-Obsessive Health-syndrome (OHS)
-Statistic Logic Disorder (SLD)
-Frozen Identity Disorder (FID)

De mensenwereld lijdt aan deze ‘normale’ conceptuele aandoeningen. Niet omdat het de verkeerde concepten zijn, maar domweg omdat het concepten zijn. Het bestaan is immers geen concept en leven is niet gebaat bij conceptuele benadering, integendeel het stagneert elk organisch, natuurlijk proces of erger…helpt het om zeep.

Beschouw jezelf maar eens als normaal en gewoon en je botst met alles wat van jou afwijkt. Je snijdt je af van de meest vitale bron, het irrationele onderbewustzijn.

Probeer maar eens alleen maar positief te denken en je sluit alle essentiële zogenaamd negatieve informatie uit. Het resultaat is uiterst negatief.

Gebruik maar eens excessief je gezonde verstand en merk op dat alles wat onzichtbaar is niet bestaat, afwezigheid van bewijs zie je dan echt als bewijs van afwezigheid, je raakt ontzield.

Denk maar eens diep na over je gezondheid en je gaat je meteen niet meer zo lekker voelen, je gaat strategie bedenken om je leven te beteren, en alleen maar gezond te eten, wat tegen je natuur inwerkt.

Of vertrouw op de statistieken, reken je rijk en merk dan dat uitgerekend jij in de praktijk tot die ene procent behoort.

Geloof rotsvast in die ene identiteit die je echt denkt te zijn en je zult verstenen tot een trotse rots in de branding van de permanente verandering.

Dit staat allemaal in detail te lezen in een alarmerend rapport van de voordracht-commissie DSM-supplementen. Helaas blijft het bij diagnose, over passende behandeling wordt geen woord vuil gemaakt.

Donkerhond

We liepen met de ochtend zon
in de rug.
Ze speurde de omgeving af naar
een leuke speelhond.
Verder op het pad liep een man
met een donker hondje voor zich uit
niet zwart maar donker.
Ze begon te trekken aan de riem
om de hond te begroeten.
Ik volgde haar verlangen.
Bij het naderen zagen we dat het donkere hondje
de schaduw was van de man, weg was de donkerhond.
Ze snuffelde om de man heen en begroette hem.

Schaduw als het verlangen dat ons naar buiten trekt de wereld in.
Hoe vaak blijkt het verlangen gezichtsbedrog, een misverstand.
Beter een echte hond met een simpel verlangen om te spelen,
desnoods met de baas. Die dan zelf weer hond moet worden.

Pluim

Anonymus was haar pluimnaam.
de schrijvende mus
schreef met haar snaveltje
gedoopt in water

stil getjilp op berkenvel
zelf zong ze niet,
ze schreef liever
zolang ze bleef,

haar museale berkenpoëzie
is heel…teder…
vergeefs & vervlogen…
zorgvuldig ongesigneerd

de enige overgebleven
hippende zin is:

‘…dit in de wind
zilver schilferende gedicht…’

Binair

Wat voorheen doorgaans als gelach is gedetermineerd blijkt al die tijd slechts hyperventilatie van de geest te zijn geweest. Het fenomeen lachen heeft bij nader inzien nooit iets met humor te maken gehad, wat op zich weer grappig lijkt, maar het niet is.
Dit nieuwe neurologische inzicht zet uiteraard het hele concept van wat grappig is op losse schroeven en werpt de vraag op: Wat hebben we onszelf nu al die tijd wijsgemaakt?
Dat wij leuk waren, dat iets grappig was? Dat er echt zoiets bestond als humor, terwijl we nog nooit humor hebben gezien, laat staan hebben kunnen meten of wegen?
Fysiologisch ontstaat er een plotseling neurologisch vacuüm in de geest, hetgeen het middenrif peristaltisch doet schokken wat een kortademig ‘HaHaHaHa…’ veroorzaakt. Dit blijkt een fonetische uiting van een meetbare kortsluiting binnen het binair mentale systeem.
De benauwde beperking van de binaire benadering wordt voor even doorbroken en genereert een tijdelijk opgeruimd gevoel, wat verslavend kan werken.
Dat het ‘vermeende gelach’ gezond zou zijn kan ook naar het rijk der fabelen verwezen worden. Ernstige buikkrampen kunnen de levensduur statistisch significant verkorten. Wat vroeger humor heette was niets anders dan het ongemak van het niet weten. Het brein werd door controleverlies regelmatig in verlegenheid gebracht, soms zelfs tot pure wanhoop en paniek die resulteerde in pathologisch gehinnik.

Nu we dit dus weten hoeft er dus nooit meer gelachen te worden, zodat we ons voortaan op ernstiger zaken kunnen richten.

Objectieve wetenschap heeft veel gemeen met de humorloze totalitaire staat.  
Die staat kan vanuit zelfbenoemde absolute autoriteit beslissen over de mensheid.  
Noem maar wat, bv dat de ziel niet bestaat. Waarmee de mens en al wat leeft tot mechanistische robot wordt gereduceerd, tot een dood reproduceerbaar object.   
Het is natuurlijk tekenend voor wat deze objecthouding met mensen doet, ze
moeten zichzelf ontzielen om wetenschappelijk te kunnen opereren. Erg zielig.

Fotocollage: Chantal Rens

Leesloos

Ach lezer, heeft u niets beter te doen dan dit lezen, kennelijk, anders las u dit niet.
Terecht en waarschijnlijk vraag het zich af: Is er dan niets beters te schrijven dan dit?
Kennelijk dringt dit zich op en is de censuur afwezig om dit ongeschreven te laten.
Maar zo blijft er toch geen lezer over?, schrijft deze zin.
Misschien is dat wel geen bedoeling, maar wel een volkomen natuurlijk proces van ontlezing?
Waarom lezen op dit uitgelezen moment als de hele wereld
beschikbaar is, met talloze belevingswerelden…?
Dit feestelijke moment
dat niet naar taal taalt.

Voor het slapen gaan

Vreemd Vraal van Slaapvaak:

Astronoom Slaapvaak was ooit de beste tandarts van het heelal,
hij speurde naar zwarte gaatjes tussen de planeten en
in allerlei melkgebitwegstelsels. Als hij er weer een ontdekt had, boorde hij zo diep mogelijk in het zwarte gat met zijn telescoop tot hij geen hand voor ogen meer zag. Daarna vulde hij de zwarte gaten met hypotheses en hermetische kosmische theorieën.
Zoals werd aangenomen kauwde het heelal op de ruimte als was het bubbelgum.
Nu weten we wel beter, namelijk niet.
Geen idee wat zwarte gaten zijn.
Wat het heelal zoal doet? Geen benul. Maar kauwen in geen geval.
Het hypothetisch vulsel in de gaten is achteraf de perfecte oplossing voor geen probleem gebleken.
Zo is ook de slaap het oplossen in geen enkel probleem.

Doos

hond ontdekt een wit papieren zakdoekje,
alsof het vanuit de doos naar haar zwaait…
Hallo daar!
joehoe, kom je buitenspelen?

hond helpt zakdoekje uit de doos,
gooit het op de grond en kijkt op…
Nou zeg, daar is ze alweer
joehoe, hier ben ik, pak me dan!

hond rukt steeds weer dat ene zakdoekje
uit de doos, alsof het de eerste keer is…
en ja hoor,
joehoe, daar is ze alweer terug in de doos, pak me als je kan!

hond helpt telkens dat ene zakdoekje uit de doos
in veelvoud tot de bank bezaaid ligt met witte papiertjes
het zakdoekje is uitgespeeld met deze hond

hond ligt en trekt verwonderd haar wenkbrauwen op
ze heeft de magische gave van de eerste keer
joehoe, de doos is leeg, zwaait er nu wat?

Beeld: Robert Zandvliet

Privilege


Het spinneweb is het voorrecht van de verkenner.
Omdat de verkenner door het web heen mag breken.
Mag, omdat niets moet.
Dwars door het web van de moederspin, die wil vangen
en inkapselen met haar rag van liefde.
Wie als verkenner geboren is moet zich door al dat rag
van spinsels heen breken om het onbekende te hervinden.
Niet in de laatste plaats de overerfde hersenspinsels
in het eigen hoofd, die te lang zijn geloofd.
Vandaar dat voorrecht van rag in het gezicht
elke keer als er verse stappen worden gezet waar geen pad is.
Elke stap schept het pad wat alleen de eerste verkenner kan ontdekken.
Er is geen andere weg naar het enige echte.

Eischaal

Het eerste huis ooit bouwde
‘n eerste anonieme architect,
steen voor steen opgemetseld,
zo werd de eerste bouwer verwekt
tot ‘n bescheiden wereldwondertje
wat nu nog rest,deze ruïne van ruimte

Melodie klinkt zich noot voor noot
in bezielde tonen aanéén,
in notatie vastgenagelde klank,
openbaring van ‘t herhaalbare
waar de componerende ziel
als doorgeefluik niets van wist.

Woord voor woord baart taal
verdichtsels en daarmee het
medeplichtige dat dichter heet,
toch meldt niemand zich aan
om als zodanig te bestaan,
het maken heeft geen weet.

Geestig, dat het gemaakte
makers maakt en breekt
als eischaal opdat het
wezen voor zich spreekt:
bv dat taal om te vliegen
vleugeltjes erbij moet liegen