Wij hebben een feitenkennis in onze kennissenkring, aardige man hoor daar niet van, maar hij bouwt zich een huis van feitjes of is het beter een bunker te noemen.
Een imposant gebouw moet ik toegeven, met een zeer riante bovenkamer…paleisachtige proporties.
Er ontbreekt alleen iets…
Er zit namelijk geen enkel raam in.
De feitenkennis leeft daar bij kunstlicht binnen zijn feitenmagazijn.
Hij beweert dat de muren van onomstotelijke feiten hem diep inzicht geven. Uitzicht heeft hij sowieso niet nodig, dat leidt maar af.
Ik opper soms dat die feiten hem verblinden, maar daar heeft meneer geen boodschap aan…ik neem een loopje met de feiten, zo verwijt hij mij.
Vraag de feitenkennis niet om je band te plakken, dat is maar banale praktijk in zijn ogen.
Wel weet hij alles van statistieken en hoeveel procent kans je hebt op een lekke band, op welk uur, op welke route, op welke dag. Hij meent zelfs dat je om een lekke band vraagt als je op zo’n fiets rondrijdt…dat had je volgens hem kunnen weten als je je tenminste op de feiten baseert.
Ik legde dit gegeven voor aan onze
mensenkennis, die schuin achter ons woont. Volgens haar is de feitenkennis een doorgewinterde rationalist die zich angstvallig vasthoudt aan de tastbare materie. Zo één voor wie visie een olifant is die het uitzicht bekemmert. Een houding die garant staat voor een percentagegewijs leven.