Verontwoording

Het komt gewoon omdat antwoorden
altijd weer nieuwe vragen baren.
Omdat talige antwoorden
directe zintuiglijke ervaring in de weg staan,
als een probaat voorbehoedsmiddel.

Het is omdat je beter de vrucht direct zelf kunt proeven
dan er een smakelijke verhandeling over lezen.

Omdat je beter letterlijk in muziek op kunt gaan
tot je niet meer weet wie of wat je bent…
dan dat je er een goed onderbouwde
musicologische analyse over leest.

Leer een boom kennen door hem om te zagen,
zijn weerstand te voelen bij elke jaarring
die je weet te bereiken…tot je zaag erin vastloopt
en je spijt krijgt dat je er ooit aan begon…
dat je je dure zaag niet meer uit de stam krijgt
en je het nakijken hebt…hoe de bast
de wond dichtgroeit door de jaren heen.
Je zaag wordt in de bast opgenomen als
merkteken van je toegenomen begrip.

Begrip is je verontwoordelijkheid nemen.

Waarom vragen?

Hoeveel denk je te begrijpen van alles wat je hoort of leest?
Weet je wat je mist…waar je geen vat op krijgt of heb je geen idee?
Ga je nog verder op onderzoek als je iets niet begrijpt of denk je…
ach, zoek het maar uit?
Neem je makkelijk iets aan van een autoriteit?
Zo ja, wat zijn jouw criteria voor autoriteit, zie je jezelf als autoriteit die bepaalt wie autoriteit verdient?
Als een baas die bepaalt wie de baas mag spelen?
Geef je makkelijk toe dat je iets niet begrijpt…iets niet weet?
Of weet je dat niet zo zeker?
Kun je bij muziek of bij het proeven van een vrucht van begrijpen spreken?
Zo ja, gaat dit begrijpen dieper dan bij iets taligs?
Of zijn het onvergelijkbare domeinen, het talige en de directe zintuiglijke ervaring?
Kun je van iets genieten wat je totaal niet begrijpt?
Wat denk je percentagegewijs zeker te weten?
Of twijfel je regelmatig over dat percentage?
Weet je meer niet dan wel…of andersom?
Stel dat je niets zou weten, had je dan nog zin als niet-weten de zin was?
Denk je liever alleen aan dingen die zin hebben of een doel waar je belang bij hebt?
Denk je vaak, schiet ik er iets mee op of word ik er beter van?
Of denk je liever doelloos en vrij van belangen ongeacht of het iets oplevert?
Als je iets meent te begrijpen, begrijp je dan niet in wezen alleen het talige begrip in plaats van het fenomeen?
Vind je dat iets een naam geven, iets begrijpen is?

Heb je Padgett Powell ooit gelezen, ‘De Vragende Vorm’?
Waarom eigenlijk ook niet?

Feestfiets

‘n herinnering
komt even langszij gefietst
op ‘n langste zomerse dag
zwoel zuchtje in de rug
over de IJsselmeerdijk
god in Frankrijk

‘n zwaluwzwerm
vliegt kilometers
met je fiets mee
om jouw verjaardag
te vieren
zo maak je jezelf
graag wijs

niks beters te doen,
je fiets rijdt toevallig
toch die kant op

voor de zwaluwen
is er niemand
jarig
maar wel elke dag
feest
een langgerekt muggenvolk
als een wolk
langs de hele oever
het ochtendlicht vierend

het sterft de hele dag
van het leven
de taart raakt niet op

zwaluwstaartkreten
gieren nu nog na
in je inmiddels gerimpelde
en behaarde
oren

Wonderwond

Is helen de enig werkelijke kunst,
om van binnenuit, als boom
van je verwonding mooi
littekenweefsel te weven?

Is geen wonden veroorzaken
verheven boven heling,
iets tot bloei wensen
zonder ander oogmerk
dan het vieren
van het gehele heel zijn?

Is het geen subliem vermogen
van koesterende nalatigheid om iets
wat zo geniaal in elkaar zit heel te laten?
een vermogen wat niet van deze wereld is

Zou zonder verwonding
besef en begrip van heel zijn
nooit kunnen opkomen?
en al het toch zomaar opkomt
zonder aanwijsbare reden
zou het dan geen wonder
zonder wond zijn?

Is dood niet een voorbarig
gevreesde denkbeeldige wond die,
als men er eenmaal is geweest,
niets is…dan ontlijven
en heelgeestig thuis blijven?

Pegasus

Het leven lijkt soms
een gegeven…
een gegeven paard
dat jou vermanend
in de bek kijkt en zegt:

zeg, edel dier
je adem ruikt een beetje…
naar ouwe muesli…
wat beter en vaker poetsen kan
geen kwaad en flossen is ook
geen overbodige luxe
dus
zet maar gerust een tandje bij
anders moeten wij,
van het leven, het doen

maar verder, Pegasus
ben je vrij
om nog wat rond
te galopperen
of stapvoets talmend
groenstroken kaal te grazen
teugelloos en zonder bit

wel liever
geen parades meer

ja, wat sta je daar nou
te hinniken?

Stationschef

Dat de bestemming geen station had
had niemand kunnen bedenken, dat
er geen aankomsthal zou zijn
met een vertrek, waar dan?

Er verwijlde alleen wachtruimte,
niet dat jij daar kon wachten…
nee, deze ruimte wachtte jou op,
verwachtingsvol…

De ruimte bleek ‘n vreemd vertrek,
zonder muren, je kon er alleen binnen
zonder bagage, het hele laadruim
gapend van geladen leegte…

Velen lieten onderweg hun volle koffers
stelen, quasi naïef onbeheerd achter-
gelaten op een winderig perron voor
bezeten verzamelaars…

Eerst had je nog naarstig gezocht
naar de chef van het afwezige station
om je kaartje te tonen…tot niemand
jou vertelde: welkom in het gebied!

je kaartje is hier niets waard…

Pakezel

Waarom vraagt dit gedicht zich af
of ze wel gedicht is?

(De wereld is wijds, het pad horizonbreed)

En wat zijn poëtische criteria
om aan te voldoen?
Ten behoeve van wie?

(elk antwoord is geestelijke bagage of ballast)

Wat wil iets zeggen als het voldoet
aan welke criteria dan ook?
Wie zit waar dan ook
op te wachten?

(de lezer lijkt een vervoerbedrijf voor taal)

Is vrij zijn van criteria
zelf niet weer een criterium?
En zo ja, waar heeft men
zich dan aan te houden?

(Dit pad lijkt even smal als hemelsbreed)

Bestaat dit gedicht daarom
uit louter vragen?
Omdat er geen antwoorden zijn?
of juist teveel mogelijke antwoorden?
Of komt dat op hetzelfde neer?

Waarom zou de lezer dit nog lezen?
En zich laten opzadelen met vragen,
als een weigerachtige pakezel
op dit steeds smaller wordende bergpaadje?

Als eerste lezer van dit mogelijke ongedicht
weet ik niet wat ik zojuist heb gelezen.
In elk geval, geen geestelijke bagage…

Of sta ik hier aan de rand
van een prachtig gapend ravijn
waar het pad ophoudt?

Valt de ballast van taal
hier in het niet?

Goud

God, wat een grote vis,
dacht een schepper met zijn schepnet
waarmee hij zichzelf vergeefs
probeerde te vangen

en zich bleef verbazen
hoe deze grootste vis aller visschen
bleef ontsnappen, omdat ze geen
schubben had maar mazen

dat ‘n schepper zich zo kon vergissen
en betrappen op ‘n schoonheidsfout
nu moest hij nog leren te lachen
om zijn eigen grappen

want scheppen is zilver
maar lachen is goud

Leesteken

Aan de hemel staat geschreven:
de allermooiste zin van het leven,
met daar achteraan die volmaakt
sublieme punt van een volle maan.

Niemand kan deze volzin nog lezen
want hemeltaal is zo poedelnaakt
ze spreekt vanzelf tot elk wezen
over dat, wat bezielt en altijd waakt

Lees voortaan dit hemelse teken
als zin van dit uitgelezen bestaan
niet slechts bij wijze van spreken
maar om letterlijk in op te gaan

Kraal

Wie of wat ben je nu in wezen,
binnenin het kraaloogje
van de deze Winterkoningin?

Een te lompe vreemde vogel
met een verderkijker
dan de neus…?

Slechts geestige geest
is zo verfijnd om zich
in dit kwikzilverflitsende lijfje
in te leven dat wildstil
binnenin de houtwal
vederlicht spinnetjes bikt,

je slikt beroering in,
in wezen geen verschil