Blijfsel

Elke dag was een flat
van 24 verdiepingen
Elk uur een lege kamer
van zestig minuten
te huur voor niks,
invulbaar of niet

Wat een onzin…we weten
inmiddels wel beter….

Want tijd is een trein
met ontelbare wagons,
Elke wagon een week
met zeven zitplaatsen.
Met ‘n jaarabonnement
zit je maandelijks reistijd uit.

Ontspoorde flauwekul uiteraard,
want hoe het echt zit…

Is het eeuwige niet die slang
die eindeloos hongerig en lang
elk moment inslikt en langzaam
aan elk heden verteert….
met een gapende bek
die moeiteloos eonen opslokt
met puilende bulten als gevolg?

Klinkt toch aannemelijk genoeg…

Of bestaat tijd niet wezenlijk,
maar onwezenlijk als schaduw…
bijverschijnsel van eeuwig licht?
Of net als onomstotelijke ruimte
die bestaat dankzij evidente
afwezigheid van wat dan ook.

Ach, weet ik veel…
laat staan hoe laat het is
in dat wat blijft.

Gloor

Het mooiste boek
is nooit geschreven.
De schrijver ervan
is nimmer geboren.

Lezers kennen het niet,
toch ervaren ze
een vaag gemis ergens
aan de horizon
van hun bestaan.

Het ongekende gloort
immer om het hoekje
van het eeuwige heden
ongehoord subliem,
al het voorgaande
sublimerend…

Ontkofferd

Vakantie bleek niet veel anders
dan het huren van ‘n tweede
of zoveelstehands matras
incluis een aparte ambiance
voor de kringloopmens
die ook wel eens iets wilde eten
wat de boer niet kende
de tourist voelde zich graag
even een vreemde eend

zo’n excursie was vooral
een logistiek vervoersprobleem
‘n wegomlegging in je levensloop
die de tijdrovende omweg
naar huis mogelijk maakte
eenmaal thuis, ontkofferd,
hervond men zichzelf
als een exotisch souvenir
van elk thuis vervreemd

Onopgewonden

Het verleden zou achter ons liggen,
de toekomst voor ons…
We kijken achterom als we het over vroeger hebben. We richten ons op een toekomst die voor ons zou liggen.
Oude Grieken zagen het precies andersom. Alles voor ons was het bekende verleden. Het oude vertrouwde, dat door herhaling vaste vorm leek te hebben. De toekomst was het onbekende dat ons van achteren besloop om onverwacht te verrassen met iets onbekends.
Waar gaan we heen, waar komen we vandaan en waar zijn we in hemelsnaam?
Blijven we in het verleden leven, in de herhaling van het bekende?
Jagen we op beloftes voor de toekomst, beloftes die het onbekende proberen te bepalen?
Waar blijft de tijd als we stil staan bij wat er zich nu aandient?
Staan we niet buiten de tijd als een onopgewonden klok als we stil blijven staan?
Feitelijk zijn we als tijdloze wezens geboren, waarom zouden mensen anders horloges moeten dragen en steeds willen weten hoe laat het is?