Exotica

Je was kind aan huis aan de overkant van de straat
bij de gelijknamige familie die geen familie was.
Het dragen van dezelfde achternaam schiep vanzelf een onzichtbare band.
We hadden exact hetzelfde huis, vergelijking lag dus erg voor hand.
Je kwam er graag en vaak over de vloer om je te verbazen.
De vloer die veel natte plekken en onbestemde vlekken had.
Hun zitbank had geen pootjes meer, de wc-pot bleek kapot
en de klerenkasten lagen op hun rug, zo kon er meer in.
De huisvader was keurig gekleed, werkte als econoom
en reed in een luxueuze Snoek, Citroën DS.
Hun jongste kind liep in een vuil hempje met niets eronder
en legde zijn half afgesabbelde zuurtjes overal neer.
De Siamese kat moest het doen zonder kattebak.
De familie verbrandde hun afval door op zondag
de vuilnisemmer op straat aan te steken.
Het waren alleraardigste en hartelijke mensen,
gastvrij en zonder een spoor van schaamte of verlegenheid
voor hun bijzondere huishouding.
Op de huiskamermuur waren voorpagina’s van oude Panorama’s geplakt
om vetvlekken te verbergen…
De huisvader gooide af en toe zijn bord stamppot tegen de muur.
Ik heb er 1 keer meegegeten om daar getuige van te mogen zijn.
Het was sensationeel echt. De volgende dag hing er weer een nieuwe pagina
van een oude Panorama.
Het was altijd een exotische ervaring om naar de overkant van de straat te gaan.
Een verrijking van mogelijk- heden. Zo kon het dus kennelijk ook.

Taalfant

Kijk nou eens, wat ik hier heb:
een oneindig klein olifantje van taal…
slechts negen letters groot.

Zo vlak als het papier waarop
deze slurfdrager is geschreven,
zo plat als oostindische inkt.

Kijk nou eens goed, je ziet hem bijna
niet, weegt zo licht als je verbeelding.
Niets weegt lichter…

Ik noem hem zogenaamd: Taalfant,
daarmee roep ik hem zachtjes op
tot klankzaam bestaan.

(Hij blijkt bij nader inzien,
dit ter informatie, trouwens.
een vrouwtje dat zwanger )

Ze kan elk moment bevallen
van haar jong dat nog kleiner is,
vlakker…platter en lichter.

Zou ze na en tijdens het werpen
gaan trompetteren van pure opwinding
en opluchting…?

We zullen het meemaken of niet
zodra het zover is, binnen de grenzen
van ons voorstellingsvermogen.

Hoe verfijnd is bewust zijn van zoiets
faliekant kleins als deze Taalfant?
Zo dus…

Efficiëntie

De efficiënte mens is zuinig op zijn kostbare tijd,
leest het liefst slechte recensies…
ze werken als waarschuwende verkeersborden
die doodlopende wegen aanduiden…no go area’s.

Goede recensies verleiden de lezer
om het betreffende boek, film, concert of
museum zelf te willen gaan lezen of bezoeken,
hetgeen veel onvervangbare tijd verbruikt.

Beter leest men louter slechte recensies
die immers garant staan voor pure tijdwinst,
die bonustijd kan weer verbruikt worden om
bijvoorbeeld nog meer slechte recensies te lezen.

Zo houdt de efficiënte lezer veel vrije
tijd over en kan zichzelf wijsmaken dat hij
een dubbel zo lang leven leeft dankzij
zoveel goede en slechte recensenten.

Er zijn er ook nog die hun tijd roekeloos vermorsen
zonder ooit ook maar één recensie te lezen.
Alsof ze eeuwig de tijd hebben voor alles.
Tijdverspilling lijkt hen niet te raken.
Zelfs van het zogenaamd ‘slechte’ lijken
ze nog te genieten, alsof ze er wat van opsteken…
namelijk hoe het niet moet. Ze leven lukraak alsof
ze niets te verliezen hebben. Als gelukkige bijvangst
ervaren ze af en toe iets subliems, met geen pen
te beschrijven.

In wezen kan men nooit weten wat men mist.
Wie denkt te weten wat hij zoekt
zal het hoogstnodige nooit vinden.
Niet weten hoe of wat lijkt een blinde vlek die wacht
tot er toevallig een licht op valt.

Ernst

Er werd middernachts aangebeld,
je verwachtte niemand op dit uur.
Het was dodelijke Ernst…

met zijn stropdas en zwarte aktetas.
die jou hier in je eigen deuropening
nietszeggend en tegelijk veelbetekenend aanstaarde.

Hij toonde zijn visitekaartje waarop stond:
‘Aan de deur wordt niet verkocht,
wij leveren ongevraagd en gratis aan huis’

Je trachtte hem nog af te wimpelen,
maar zijn voet zat al tussen de deur,
zijn mond neigde over naar jouw oor…

Of je hem wel serieus wilde nemen,
fluisterde hij, voor je eigen bestwil,
er stond immers nogal wat op het spel.

Je kon moeilijk zeggen
dat dat teveel gevraagd was
terwijl je kennelijk nogal bedremmeld
naar zijn te grote blote voeten keek.

Plots begon hij te bulderen,
‘t was maar ’n geintje.
Meneer kwam niet meer bij.

Recalcitrant

Onze goden werden weer eens
verzocht om voortaan alsnog
weer even te gaan bestaan

Nu echter weigerden ze
recalcitrant & unaniem,
liever blijvend anoniem

Zo schoon genoeg van alles
om gratis vanwege gulheid
intens te worden vervloekt

Ontdaan van doen deden
goden alsof ze nog nooit
geestig waren geweest

Alsof ze nooit eigengereid
deze tastbare grap zomaar
inéén hadden gebasteld

Rups

Kop op rups, je zult sterven
voor ‘t vlindergeluk
en dat valt best mee…
vernieling is bezieling…

Wat kijk je nu mottig en bedrukt,
je bezwaard gemoed kan heus geen kwaad,
dat houdt je verankerd in de vaste aard…
Je kon het maar te hoog in je bol krijgen….
en je schroeien aan de zon.

Kijk, vlinders in buiken zijn best leuk,
maar buiken gaan aan vlinders vooraf,
dus rups, kom op, vreet nu eerst wat
dure struiken kaal en verpop je
schijndood in deze of gene zijde.

En of het ooit zal fladderen?
Nou en of, wie weet…
als smetterling, als botervlaai?
als hapje voor een jonge gaai?

Hoe dan ook, vliegen zal het…
in elk geval als Psyche

Lab

In dit spiksplinterlichte lucide lab
ontwikkelen zich foto’s van allerziel
noodzakelijkerwijs overbelicht

ruimtemuren omhullen deze kamer,
geen sluitertijd, het zicht blijft open
niet voor de vorm, puur voor kleur

niemand te zien op deze afdruk,
die één ziel onthult als open deur
regenboogtinten, onthuld benul

elk beeld is in dit innerlijk licht