Er is maar één betekenis,
namelijk dat alles samen hangt
om uit te druipen in het luchtledige.
De mond is een scharnier, elke woord gaat open en dicht als een deur.
Ik wil net zo vaak een second opinion tot er ‘n mening uitkomt die mij bevalt
Ik spreek met spellingsfauten, maar niemand ziet het.
Vele linkerhanden maken zwaar werk.
Grenzen zijn littekens op de landkaart, de reiziger is van papier,
zijn ziel een paspoort.
Het ik is een naald waarmee de vlinder van geest zichzelf vastprikt.
Hij verslond een boek over de smaken van vruchten, het smaakte naar karton.
Er is een prehistorische fossiele mug opgegraven zo groot als een mammoet.
Tegen die eeuwige eendagsvliegen helpt geen enkele mepper.
Het mooiste komt het best tot zijn recht binnen een lelijke lijst.
Met de dood komt de mens pas
uit de kast als geestig wezen.
(Uit de euforismen van F. Wildesheim)