Wetenschep

In Bournemouth is onlangs een 3500 jaar oude eikenhouten schep opgegraven. Het is de oudste houten archeologische vondst in het Verenigd Koninkrijk tot nu toe, hoewel we dat pas zeker weten als we nijverig door blijven graven naar nog oudere artefacten… het doel is om het oudste artefact bloot te leggen.
Het houten schepsel stamt uit de Bronstijd, hetgeen zou verklaren waarom hout in onbruik raakte. De bewuste schep is in gravende toestand aangetroffen en is kennelijk onder het graven plots verlaten. Toen de graver later ging zoeken lag de schep kennelijk al bedolven onder rulle aarde die de schep wist te conserveren voor het nog niet geboren wetenscheppelijk onderzoek van de archeologie.
Ooit zullen we de schep opgraven waar on ze schepper de schepping mee heeft geschapen, zo is de vaste overtuiging.

Gifgas

Wat is statistiek toch een onbedoeld grappig vak. Sinds gisteren (ik ben namelijk van gisteren) ga ik twee jaar eerder dood vanwege het onverantwoord gekook op gas. Daarbij opgeteld dat ik naast een fijnstofrijke ringweg woon en ben opgegroeid onder de rook van de chemische industrie, daarbij opgeteld dat ik als man ben ingedeeld wegens geslachtelijk kenmerk… heb ik niet lang meer te leven.
Al deze omstandigheden zijn een aftrek van levensjaren. Zo kan ik nog wel even doorgaan met allerlei vergif waar wij vanuit economisch oogpunt aan zijn blootgesteld door nalatigheid van de overheid. Ook armoede schijnt een levensbekortend gif.
Na aftrek van al deze verloren levensjaren zou ik op papier eigenlijk al jaren dood moeten zijn… als ik überhaupt al geboren had moeten worden.
Ik dank mijn leven nu waarschijnlijk aan de hond die mij driemaaldaags uitlaat. Dat geldt immers statistisch weer als levensverlengend… circa twee jaar?
Kan gas en hond wellicht tegen elkaar worden weggestreept?
Voorlopig leef ik nog even voort zonder statistiek, als uitzondering om de regels te bevestigen die niet op mij van toepassing zijn.
De grap is natuurlijk dat, hoe oud je ook wordt het nooit te bewijzen is of dat twee jaar te vroeg is.
Wel kunnen we gerust vaststellen dat vele regeringsleiders pas veel te laat overlijden.

Opvallend

De man zonder baard was een opvallende verschijning omdat hij er zo gemiddeld uitzag, zo doorsnee gekleed als de man in de straat. Hij toonde geen specifieke kenmerken, behalve dat hij geen baard had.
Bij nader onderzoek door het ministerie van Huid en Haarzaken werd hem gevraagd hoe hij zich toch dagelijks zo glad schoor. De man zonder baard reageerde met verwondering. Hij had zich nog nooit geschoren. Volgens overlevering en het tastbare bewijs op zijn kin was hij zonder baard geboren. Zijn babyhuidje had hij altijd behouden, waardoor hij door de ‘echten’ , de zwaarbehaarden, niet als man werd gezien. Het onderzoek naar hem werd afgerond met de diagnose dat hij vanaf nu geïdentificeerd werd als de man die zich nooit schoor. Men herkende hem van verre vanwege die evident harige afwezigheid aan de onderzijde van zijn kindergezicht. Als hij anoniem over straat wilde droeg hij een harige prothese tegen de wildgroei aan ongewenste belangstelling.

Kompas

Geluk pleegt onmoedwillig
zachte sabotages…
met zonnedauw
een teder guerrillaoffensief
dunner dan schaduw
die het ‘gewone,
het gangbaar normale
ondergraaft,
lichter dan stil
niet als bewuste aanslag,
maar als onvermijdelijke
bijwerking van
euforische explosie.
gewoon gaat blind gemaskerd
met gewoonten,
herhaling is haar waanmacht.
Normaal is het gangbare napapagaaien
van horen zeggen,
dat diep uitgesleten spoor
van de doodlopende weg.
Geluk weekt maskers af,
herhaalt zich nooit,
heeft aan zichzelf genoeg
en baant zich spontaan
gaandeweg een eenmalig pad.
Geluk, dat kompas zonder naald
dat je vanuit stilstand
tot mysterie doet imploderen.
Pas op voor geluk,
ze is ten diepste subversief
voor het al te menselijke…

Van de kook

Moeder had een fijnzinnig talent voor drama. Achter elk detail kon een ramp schuilgaan. Als de melk overkookte dan leidde dat al tot emotionele kortsluiting. Moeder raakte geheel van de kook. In mijn bruingekleurde herinnering kookte er dagelijks wel iets over of brandde iets aan of kookte er een pan droog.
Als jongetje vertelde ze mij vaak & jammerend over haar nachtmerries alsof die zojuist echt gebeurd waren. Na de biecht over het denkbeeldige vroeg ze onzeker aan mij welke jurk ze die dag moest gaan dragen. Ik wees dan om het even welke jurk aan, want even later liep ze toch weer in heel andere jurken rond.
In haar dromen zelf was ze soms ook opmerkelijk nuchter en dramaloos weet ik van mijn vader. Zo prevelde ze eens midden in de nacht tijdens een zomerse koortsdroom tegen mijn vader:
“O, Adrie mijn armen zijn afgehakt, ach wat zalig…zo heerlijk fris en luchtig…!”
Voer voor koudegrondpsychologen?
Wellicht kon ze eindelijk ontspannen, ze was even ontslagen van de dwang om te handelen, machteloosheid als bevrijding?
Toen ze weer wakker was ging ze natuurlijk meteen weer aan de slag met verkoolde pannetjes uitschuren, zodat ze weer vrolijk op een te hoog vuur terwijl ze even aan het stofzuigen was of stond te centrifugeren….

Übermann

‘Hebben ze jou ooit gevraagd om te worden geboren in dit vreemde lichaam?’
, hoorde ik in de tram retorisch nagalmen. Daarna klonk achter mij, ongevraagd
het bekende megalomane sprookje, niet zonder trots opgelepeld, dat wij, masculine zaadcellen, winnaars zijn omdat wij de sterksten, de snelsten waren bij de race van bevruchting. Vrouwen hoor je zoiets nooit beweren over hun eicel.
Winnaar zijn is het overheersende zelfbeeld van de ‘Übermann’’ inzake conceptie.
Dat zaadcellen fanatieke vechters zijn om als eerste de eicel te infiltreren.
Het was broeierig in de tram die vermoeid voortzwoegde om door de files heen te manouvreren.
Achter mij nam het gesprek een onverwachte bocht:
“Zo zit het natuurlijk niet, zaadcellen zijn juist heel gul en sociaal, ze blijven het liefst angstvallig onder elkaar. Ze gunnen elkaar voorrang als echte heren in het voortplantingsverkeer. “Ga jij maar eerst, ik ben al vaak genoeg geboren geweest…, Ze zijn van nature als de dood voor de eicel, die ontmoeting betekent immers hun einde…dus duwen ze elkaar voort richting eicel…en dwingen vriendelijk hun meest zwakke broeder uiteindelijk door de eicelwand heen…”
“Zo van, hup naar binnen jij… iemand moet het doen…maak er maar wat van…en wen er maar aan…om in dat lichaam voort te bestaan…”
Na dit indringende verhaal ontwaakte als enig overgebleven tramreiziger…
het was de eindhalte, aldus de conducteur.
Ik moest er uit, waar de zon mij warm omarmde. Een vruchtbare dag.

Koan

Dat een boom zonder handen
al haar blaadjes vasthoudt
(ooit ergens netjes opgeraapt?)
En nu…blad voor blad loslaat…
Hoe laat je los zonder handen?
Vraag dat maar aan de boom.
Ze geeft antwoord zonder mond.
Het Hoe ligt vanzelfsprekend,
analfabetisch op de grond.

Poëcitaat

Kort nieuwsgedicht van nieuwsberichten
met belofte voor verbeterde toekomst:
-Een nijpend tekort aan hoefsmeden.
-Dode valt uit rijdende rouwauto,
begrafenisondernemer zegt sorry.
-Slechte ervaringen met cosmetische
ingrepen.
-Haai in zeeaquarium blijkt robot.

Cosmetisch perfect afgeschminkte doden
worden bij wijze van toekomstmuziek voortaan
met een robotpaardenkoets ter aarde besteld.

Begrafenis-app verklaart:
‘Dit is nu precies de bedoeling’

Soep

Hergebruik van grondstoffen is natuurlijk heel natuurlijk.
We bestaan fysiek geheel uit herbruikte stoffen.
De hele biologische evolutie is gebaseerd op hergebruik.
Waar we ook gaan lopen we over stoffelijke resten,
ademen we lucht van talloze lang vergane medewezens.
Alleen geest is in beginsel altijd vers geweest, nieuw van nature.
Ik doel dan op de geestige soep zonder ingrediënten.
Men denkt bij soep doorgaans louter aan ingrediënten,
zoals fijngesnipperde gedachten, uitgekookte ideeën,
malse herinneringen, kruidige gevoelens, een rijke bouillon
getrokken van zintuiglijke gewaarwordingen…en vermicelli
van buitenzintuiglijke intuïties…
Geest is een oersoep zo oud als de wereld, waarschijnlijk
zelfs ver voor er belevingswerelden te ervaren waren.
Deze soep is herkenbaar als kleurloos, smaakloos, droog
en zonder substanties.
Het hele universum is ermee vervuld.
God mag weten wie of wat deze soep eet.