3 nocturnes

Je moeder droomde eens tijdens een hete zomer
dat ze haar handen had afgehakt.
Het voelde kennelijk zo heerlijk luchtig
dat ze in haar slaap verzuchtte:
“Oh, wat is dit lekker fris, verkoelend!’

In een andere droom jammerde ze dramatisch klagend:
“Oh, ik kan niet meer fluiten, ik kan het niet meer”
Je vader zat wakker naast haar en moedigde haar aan:
“Probeer het dan nog eens lieverd, toe dan!”
Waarna ze wanhopig vergeefs in de lucht blies…
“Zie je wel, ik kan het niet!”
“Probeer het dan nog één keer!’

Een terugkerende nachtmerrie was dat ze een kindje
in een schoenendoos hoog op de linnenkast bewaarde
en dat ze het steeds vergat te voeden. Het huilde zacht
in de doos, maar ze kon er niet bij om het te troosten.

Soms dagdroom ik even over deze vreemde nocturnes
als nagedachtenis aan de ontroostbare, die onthand was
en nooit had kunnen flierefluiten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *