Er was eens een man
gestorven
in de wetenschap dat hij naar het hemelse paradijs zou gaan
(zo had men hem wijsgemaakt).
Dankzij dat vooruitzicht verdroeg hij alle wereldse ellende,
want láter…
Hij klopte op de hemelpoort, waar vreemd genoeg geen deur in zat.
De engel van dienst, die erg op zijn oude buurman leek, vroeg hem:
“Kan ik u ergens mee van dienst zijn?”
“Ik zou graag naar de hemel willen, mag ik naar binnen?”
vroeg de man voorzichtig.
De engel keek hem vol verbazing aan en zei:
“Dat zal niet gaan beste man,
u bent namelijk al binnen,
u bent nooit buiten geweest.
sterker nog: er is geen buiten.”
De man was verbijsterd.
“Maar wat is er dan achter deze poort?”
“Ach, daar hebben we een spookhuis ingericht
voor degenen die heimwee hebben naar de hel,”
zei de engel met een zachte glimlach.
“Vergeleken met de hemel is de hel maar kinderspel.”