Sommige mensen richten zich vastberaden op één ding in hun leven.
Ze weten al van jongsaf precies wat ze willen worden, bankier of violist of maffiabaas of beveiliger… huurmoordenaar…leraar…
Alessandro was niet iemand van één ding, hij beoefende vele disciplines en wel met dezelfde toewijding. Een gevoelig moederskindje. Wie iets over zijn moeder zei kwam op de zwarte lijst.
Grootvader Don Cavalli onderwees hem het vioolspel en leerde hem alle maffialiederen spelen, “Canzone dell’Omerta” (liederen van het zwijgen).
Zijn vader Pietro, consigliere van de Don, leidde hem op in het schaduw-bankwezen, dat onder het tafelblad plaatsvond, onderhandelen met de voeten, er werd daar wat afgeschopt. De bodyguards die de jonge Sandro moesten beschermen tegen ontvoeringen en aanslagen leerden hem al snel zelf om te gaan met wapens. Hij bleek een vaardig sluipschutter, al noemde hij het zelf liever ‘preventieve beveiliging’
Toen hij volleerd was bleek zijn imago als violist een uitstekende dekmantel om sluipmoorden te plegen. De vioolkoffer vervoerde bankbiljetten, wapens, juwelen, drugs…Allesandro bracht iedereen in vervoering met zijn koffer.
Die muzikaliteit had hij van zijn moeder, de colaratuursopraan Guilietta die na een onweigerbaar voorstel met de Consigliere getrouwd was. Helaas raakte ze op mysterieuze wijze haar stem kwijt, waardoor ze zich op haar zoontje ging richten die haar gemiste zangcarrière moest goedmaken.
Wanneer Alessandro ‘op tournee’ ging door Italië of ver daarbuiten dan wist iedereen in Calabria dat de zwarte lijst werd ingekort, opeens ging iedereen de krant lezen. Altijd spannend want de lijst was niet alfabetisch.
De krantenkiosk wist het ook, als de verkoopcijfers plots stegen. Iedereen kon het dus weten…maar iedereen zong de liederen van het zwijgen. De meest gruwelijke teksten op prachtige muziek. Misschien was dat nog wel de grootste verdienste van Alessandro: hij leerde ze lezen.
(Uit ‘Italiaanse toestanden’ Coen Cederik, Milano)