Bedgenootvanger

Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu, wat unbidan we nu?

Alle vogels zijn nesten begonnen, behalve ik en jij, waar wachten we nog op?

Dit is de oudst bekende tekst van de bedgenootvanger.
Nest is een mooi eufemisme voor schoot.
Iemand het hof maken, verleiden om samen een nest te bouwen.

Vogels zijn meesterlijk in het verleiden: ze zingen muziek, dansen baltsballetten.
De prieelvogel bouwt zelfs onder architectuur een paleis en richt de toonzaal in met kleurrijke beeldende kunst: veertjes, insectenschildjes, bloemblaadjes…
Het staat allemaal in het teken van het ontvankelijk maken.
Liefde laat zich nooit dwingen, dat weten de vogels.
Uitnodigen en verleiden, proberen te imponeren met mooie geschenken.
Niet zelden blijft de verleider alleen achter met zijn repertoire.

Mensen zijn in wezen ook bedgenootvangers.
Sommigen hebben daar een dagtaak aan, ze willen steeds een nieuwe bedgenoot vangen.
Alles hangt ervan af of iemand gevangen wil worden.
Dat is het spel: ik wil gevangen worden, maar wil ik door jou gevangen worden?
Wie heeft de macht?

De hond bepaalt of de baas de baas is.
Hij hoort je wel, maar luisteren en doen wat je zegt is wat anders.
Het is allemaal spelen met definities.
Ik bepaal dat jij de baas bent en leg mijn hoofd in jouw schoot.
Uiteindelijk geeft de bedgenootvanger zich over aan zichzelf.

De mens is een vreemde vogel, losgezongen van de voortplanting.
Hij vogelt het liefst met zoveel mogelijk vogels.
Zonder nest te bouwen, zonder verleidingsritueel.
Het wonderlijkste schepsel van de schepping.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *