Ben geen droog vat

Mijn jeugdvriend Wiemand werd de eufemist genoemd.
Mij noemde hij het ei…
Al zolang ik hem kende was hij een bodemloos vat.
Na bijna elke gulzige laatste slok placht hij te zeggen:
“Ik ben geen droog vat. Zonder nat lekt het vat en valt alles in duigen.”

Wiemand zag het als dagelijks onderhoud, het nathouden van het vat.
Naar eigen zeggen verdroeg hij geen tegenstrijdigheden; die vond hij een vorm van onrecht.
Als het zus was dan kon het niet zo zijn en vice versa, het een of het ander.
Wiemand was recht in de leer.
Dat maakte zijn leven moeilijk, want de rijke praktijk bestond uit een louter tegenstrijdig heden.

Vaak probeerde ik hem te overtuigen van het gegeven, dat juist dankzij de tegenstrijdigheden de zaak in balans blijft.
Dat je het ook zou kunnen zien als wederzijdse afhankelijkheid.
Wiemand vond mij een halfzachte.
Als hij echt op dreef raakte, schold hij mij uit voor ongekookt ei met louter struif als hersens.
Dan sloeg hij er nog eentje achterover en keek er vervaarlijk bij.
Ik zei dat hij niet kon schelden, dat alles wat hij bedacht mij als een eufemisme in de oren klonk.
Maar Wiemand liet zich niet provoceren, hij hield het bij ongekookt ei.
Waarschijnlijk omdat hij het oprecht meende.

Toen ik stopte met cafébezoek, zag ik Wiemand niet meer.
Ik vond geen contact in die donkere holte waar de atmosfeer bepaald werd door ongevraagde achtergrondmuziek, rook en dronken mensen.
Een echt gesprek behoorde er niet tot de mogelijkheden.

Er is natuurlijk veel verbeterd sinds die tijd.
Roken is inmiddels verbannen, de muziek moet aan de geluidsnorm voldoen, het taboe op alcoholvrij bier is opgeheven, de muren zijn witgekalkt, er is goede verlichting.
Ongezellig overzichtelijk.
De barman moet zich aan het schenkquotum houden: na drie doses krijgt de klant een time-out met frisdrank.
Onder de balie zijn gelukkig wel alle pillen te krijgen.
Het huidige café gaat steeds meer richting apotheek.
Barman wordt een zware studie en indrinken een dwingende noodzaak.

“Hoe meer regels hoe beter, dat maakt handhaving onmogelijk,” had Wiemand gezegd toen ik hem weer eens sprak.
Hij stond nu droog, zo te zien.
“Gewoon slikken: regels, pillen, maakt niet uit,” zei hij opgewekt.
Ik moest even slikken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *