Bladgodin

Spiegels kent ze niet,
alleen de kikkercirkels
in het vijvervel van kroos
die het zicht doen rimpelen.

Haar gelaat schijnt gonzig
als geweven van zonnewind,
bladstille schaduwgeur gedoopt
in vluchtige zindervogelzang.

Handpalmen vingerwortelig
groezelend van godenbagger,
zij zaaien wonderzaadvreugde
jeukend van kiemkracht.

Badend in deze bloemzee
oogst ze overrijpe ruimten
hemelhoogst opgetast
als goudblauwig zomerhooisel.

Bladgroengodin Scheurwortel
tiert zo welig haar wildgroeigeest,
voortplantaardig ontspruit ze zich
waar dan ook, het toverlover feest.

(Ode aan ‘Lanny’ Max Porter)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *