O, godgloeiende

ogodgloeiende

O god,
o zo godgloeiende god,
welke modderfokker
fokte deze blote modderprop?
Ontstond zo onze klontige modderkloot,
zo godsonmogelijk groot?

O, godgloeiende godengod,
wrochtte je schop onze modderbol
zonder bovenromp of onderkont?
O, omgesmolten godsstolsel,
hoe komt ooit onze zo mollige bol
zo godsonmogelijk tovervol,
zo vol wondermooi modderfoksel?

O, godbloeiende kosmoswolk
vol ondoorgrondelijk droomstof,
rondomzoomd door klotsend godensop.
Bemors ons toch onder zonnevonken,
pomp voort zonder stop.

O morsende god.
O loof ons,
plotloos godswonder.
O loof onze
zompige modderbonk,
modderfokkig

&

pronk!