Onopgewonden

Het verleden zou achter ons liggen,
de toekomst voor ons…
We kijken achterom als we het over vroeger hebben. We richten ons op een toekomst die voor ons zou liggen.
Oude Grieken zagen het precies andersom. Alles voor ons was het bekende verleden. Het oude vertrouwde, dat door herhaling vaste vorm leek te hebben. De toekomst was het onbekende dat ons van achteren besloop om onverwacht te verrassen met iets onbekends.
Waar gaan we heen, waar komen we vandaan en waar zijn we in hemelsnaam?
Blijven we in het verleden leven, in de herhaling van het bekende?
Jagen we op beloftes voor de toekomst, beloftes die het onbekende proberen te bepalen?
Waar blijft de tijd als we stil staan bij wat er zich nu aandient?
Staan we niet buiten de tijd als een onopgewonden klok als we stil blijven staan?
Feitelijk zijn we als tijdloze wezens geboren, waarom zouden mensen anders horloges moeten dragen en steeds willen weten hoe laat het is?

Eufemistiek

Het zekere woord kreeg opeens een slechte naam.
Haar reputatie bleek opeens besmeurd, ingekleurd met de vuilste tinten.
Elke uitspraak gaf een nare bijsmaak. Of je je mond maar even wilde spoelen.
Het X-woord moest onderduiken. Ze werd onnoemelijk en ging onder vele verzachtende schuilnamen de straat op. Zo werd het X-woord een vlek waar iedereen in bleef wrijven.
Een smerige plek midden in ons taalgebied, waar men met een grote boog omheen bewoog. Het collectief negeren maakte dat het X-woord alomtegenwoordig voelbaar was.
Negeren was weer eens de beste promotie gebleken, al werd dat natuurlijk publiekelijk ontkend.

Tegeltjesdwaasheid


Niets…staat in steen geschreven,
in fraai geciseleerde kapitalen.

Dit is geen gedicht want rijm
en metrum is niet langer verplicht…

Ik maak nooit een statement,
dus noteer dat maar…

We zijn van plan voorlopig geen
goede voornemens meer te nemen.

Racisten verdienen het om
gediscrimineerd te worden.

Men wil op aarde duurzame vrede
vestigen desnoods met geweld.

Geef nooit ongevraagde adviezen
aan lezers die er niet van gediend zijn.

Voortwaggel

Hoe zou de ganse mensheid ooit
iets anders kunnen zijn dan natuur?

Als iets waggelt als een gans,
gakt als een gans en er precies
zo uitziet als een gans,
mag je toch aannemen dat…
het een gans betreft.
Elk mens natuurt van nature,
het kan niet anders.
Vanwaar dan die pathologische ontkenning
en weerstand tegen alles wat natuurlijk is?
Anders dan de mens denkt de gans nooit:
Ik ben geen natuur, beter dan de natuur.
Met mijn gegak ben ik de natuur te slim af,
Ik kan best zonder de natuur voortwaggelen.

Geheugenloze historici

Is een absent geheugen verwijtbaar?
Het afwezig zijn van actieve herinneringen
is toch heel begrijpelijk…als er geen activiteiten
hebben plaatsgevonden om te herinneren.
Afwezigheid genereert geen geheugen
Het enige verweer: ‘Maar ik heb toch niets gedaan’
verklaart waarom aansprakelijken
zich nooit aangesproken voelen.
Ook dit is uiteraard niet verwijtbaar.
Want de Wolf van de Markt heeft in gulle bui
van de geheugenloze historicus
gratis alle verantwoordelijkheid gekregen.

De bijna-drone-ervaring

Sinds de drone lijkt de uittredingservaring
binnen ieders bereik gekomen,
zonder het eigen leven op het spel te zetten.

De modern schermmens wordt in elke docu,
film of reklame doodgegooid met het leviteren
van een gewichtloos vogelperspectief.

Men is lichaamloos en zweeft moeiteloos
in de richting waar de aandacht naar uitgaat,
het zien zelf is het besturingssysteem…

Geestige Hi-tech van de oorspronkelijke natuur?

Elke sterveling kan voortvluchtige beelden
nu op zijn beeldscherm beleven.
Het menselijk lichaam vliegt weliswaar niet,
maar de ziel vliegt des te beter.
De ziel die zelf niet waargenomen kan worden,
maar zelf waarnemend is, als een zon rondom…

De meesten zien de ziel niet zitten. Wat klopt…
want ze vliegt en registreert.
Een visueel voorproefje op het visionaire aspect
van de dood, wie kent hem eigenlijk…
die doorlopende voorstelling?

Circus

Je werd plompverloren
geboren met een staartje,
zeldzame uitzondering op de regel
die voorschreef geen staart te dragen.
Meteen bij de geboorte begon het ding
al te kwispelen.
Professoren bogen zich over het geval,
die zwiepende speling van de natuur
waar je maar mee moest leren leven.
Moeder naaide in elke broek keurig een staartgaatje.
Iedereen herkende jou als die bezienswaardigheid.
Het circus bood jou een baan aan als publiekstrekker.
Toen je merkte dat je hele diverse wezen alleen nog maar
tot staart gereduceerd werd, begon je eraan te knagen.
Uiteindelijk besloot je tot amputatie.
Dat werd je niet in dank afgenomen, men vond je
een ondankbare hond om zo’n geschenk weg te gooien.
Men staarde je na: ‘daar gaat die man zonder staart!’
Je miste je staartstuk niet, het kwispelde toch wel door,
maar alleen puur van binnen.
Nu was je wel het laatste waar het circus op zat te wachten.

Verontwoording

Het komt gewoon omdat antwoorden
altijd weer nieuwe vragen baren.
Omdat talige antwoorden
directe zintuiglijke ervaring in de weg staan,
als een probaat voorbehoedsmiddel.

Het is omdat je beter de vrucht direct zelf kunt proeven
dan er een smakelijke verhandeling over lezen.

Omdat je beter letterlijk in muziek op kunt gaan
tot je niet meer weet wie of wat je bent…
dan dat je er een goed onderbouwde
musicologische analyse over leest.

Leer een boom kennen door hem om te zagen,
zijn weerstand te voelen bij elke jaarring
die je weet te bereiken…tot je zaag erin vastloopt
en je spijt krijgt dat je er ooit aan begon…
dat je je dure zaag niet meer uit de stam krijgt
en je het nakijken hebt…hoe de bast
de wond dichtgroeit door de jaren heen.
Je zaag wordt in de bast opgenomen als
merkteken van je toegenomen begrip.

Begrip is je verontwoordelijkheid nemen.

Waarom vragen?

Hoeveel denk je te begrijpen van alles wat je hoort of leest?
Weet je wat je mist…waar je geen vat op krijgt of heb je geen idee?
Ga je nog verder op onderzoek als je iets niet begrijpt of denk je…
ach, zoek het maar uit?
Neem je makkelijk iets aan van een autoriteit?
Zo ja, wat zijn jouw criteria voor autoriteit, zie je jezelf als autoriteit die bepaalt wie autoriteit verdient?
Als een baas die bepaalt wie de baas mag spelen?
Geef je makkelijk toe dat je iets niet begrijpt…iets niet weet?
Of weet je dat niet zo zeker?
Kun je bij muziek of bij het proeven van een vrucht van begrijpen spreken?
Zo ja, gaat dit begrijpen dieper dan bij iets taligs?
Of zijn het onvergelijkbare domeinen, het talige en de directe zintuiglijke ervaring?
Kun je van iets genieten wat je totaal niet begrijpt?
Wat denk je percentagegewijs zeker te weten?
Of twijfel je regelmatig over dat percentage?
Weet je meer niet dan wel…of andersom?
Stel dat je niets zou weten, had je dan nog zin als niet-weten de zin was?
Denk je liever alleen aan dingen die zin hebben of een doel waar je belang bij hebt?
Denk je vaak, schiet ik er iets mee op of word ik er beter van?
Of denk je liever doelloos en vrij van belangen ongeacht of het iets oplevert?
Als je iets meent te begrijpen, begrijp je dan niet in wezen alleen het talige begrip in plaats van het fenomeen?
Vind je dat iets een naam geven, iets begrijpen is?

Heb je Padgett Powell ooit gelezen, ‘De Vragende Vorm’?
Waarom eigenlijk ook niet?

De fabelachtige Wegberen

Voor de nieuwsindustrie waren ‘beren op de weg’ nu eenmaal het beste verdienmodel.
Hoe meer beren op de weg hoe beter. Het nieuws creëerde dagelijks files van beren op
alle door en toegangswegen. Het leek erop dat er steeds meer beren in het verweer kwamen tegen het gangbare menselijke verkeer.
De publieke opinie vond het burgerlijk om ongehoorzaam te zijn en dat die berenmenigte zich helemaal niet op wegen mocht begeven. Dat ze dat toch deden leverde veel gespeelde verontwaardiging op.
Het ging de verweerberen namelijk alleen maar om een detail, namelijk: het recht op voortbestaan. Een fictief recht dat helemaal niet leek te bestaan, in geen enkel wetboek.
De brutale beren negeerden ijskoud de verboden van de rechter, omdat ze zich sterk maakten voor het algemeen belang, al moesten ze daarvoor hachelijke ontberingen doorstaan. Iedereen stond erbij en keek ernaar…Hoe die beren….
Onontbeerlijk.