In de hemel werd voor een nieuwe wind gekozen
om daar te gaan waaien en wild de scepter te zwaaien
over het weer en haar omstandigheden.
De nieuwe bewindvoerder blies hoog van de toren
om alvast een frisse wind aan te wakkeren.
Wolken die de zon verduisterden moesten maar weg
naar hun eigen horizon. Hij beloofde het klimaat te
verbeteren met zuiver binnenlands windbeleid.
Onder declamatie van zijn leus ‘Eigen Wolk Heerst’
verzamelden zich kuddes blaasgrage wolken.
Als het aan hun lag gingen alle hoge bomen om.
De bewindvoerder beloofde plechtig dat er voortaan
geen neerslag van betekenis meer zou vallen.
De hemel zou eenmaal schoongeveegd
alle ruimte aan de zon geven.
Filosofabels
Betoverspul
Voor kinderen zijn ouders goden.Ze zijn hun scheppers.
Begrijpelijk dat deze goden op een voetstuk staan.
Vanuit niets hebben ze voor het kind talloze perspectieven
geopend…belevingswerelden…zeeën van mogelijkheden.
Vraag je ouders later niet hoe ze dat toch hebben gedaan.
Dan blijkt dat ze er geen vinger naar hebben uitgestoken.
Meestal is de uitkomst: het gebeurde gewoon.
Goden blijken dan ook maar betoverde mensen.
Betoverd door de verbeelding.
‘Echte’ goden hebben het vermogen om onzichtbaar te zijn,
vandaar dat ze zo tot de verbeelding spreken.
Ze zijn totaal afhankelijk van menselijke verbeeldingskracht.
Van ‘echte’ goden kunnen we ook niet meer verwachten
dan de verbeelding ons toestaat.
Echte goden ontstaan waar het voorstellingsvermogen begint
en eindigen bij het onvoorstelbare.
Dat is hun denkbeeldige lichaam waarmee ze de wereld betoveren…heel geestig.
Tenminste in mijn verbeelding.
Genealogica
soms behoorlijk goed van de wijs, soms misdadig, soms goedaardig,
vrijgevig, gierig, gewetensvol, onbetrouwbaar, volgzaam, opstandig,
vindingrijk, fantasieloos…
Noem het maar op, ze waren het allemaal…samen.
om alle vooroudelijke vermogens en onvermogens te realiseren
dan wel te negeren…Genen zijn een gegeven, als vloek of als zegen.
Om genen te verzilveren is aanleg nodig of het talent om
ongewenste aanleg te vermijden. Onvermogen kan dus net
zo’n zegen zijn als een te benijden talent. Rampen voorkomen
dankzij een onvermogen moet niet worden onderschat.
Dit laatste talent is nu meer nodig dan ooit.
Onbezorgde liefde

Ze werden nooit bezorgd omdat de geadresseerden krijgsgevangen
werden gemaakt in de zeeoorlog met de engelsen.
De brieven zijn geschreven in opdracht door ingehuurde schrijvers
omdat de geliefden zelf analfabeet waren. Ook werden ze voorgelezen
door mensen die de taal machtig waren. De intimiteit werd dus breder
gedeeld dan alleen tussen de twee betrokken geliefden, iets tussen
erom gevonden in een archief. De vinder vond het een emotionele ervaring
Deze man is echter zelf analfabeet en doet alsof hij echte letters schrijft
en verzint zelf een geruststellend verhaal bij de retourbrief die hij zelf ook.
niet kan lezen. Zo verdient hij wat bij als ongeletterde.
Samenhang
namelijk dat alles samen hangt
om uit te druipen in het luchtledige.
De mond is een scharnier, elke woord gaat open en dicht als een deur.
Ik wil net zo vaak een second opinion tot er ‘n mening uitkomt die mij bevalt
Ik spreek met spellingsfauten, maar niemand ziet het.
Vele linkerhanden maken zwaar werk.
Grenzen zijn littekens op de landkaart, de reiziger is van papier,
zijn ziel een paspoort.
Het ik is een naald waarmee de vlinder van geest zichzelf vastprikt.
Hij verslond een boek over de smaken van vruchten, het smaakte naar karton.
Er is een prehistorische fossiele mug opgegraven zo groot als een mammoet.
Tegen die eeuwige eendagsvliegen helpt geen enkele mepper.
Het mooiste komt het best tot zijn recht binnen een lelijke lijst.
Met de dood komt de mens pas
uit de kast als geestig wezen.
(Uit de euforismen van F. Wildesheim)
A4tje
Vouwde het daarna open en vroeg aan de klas: Wat zien jullie hier?
Een gat is iets wat er niet is, je moet dus wel heel goede ogen hebben
om een afwezigheid te zien.
Toch zie ik echt een gaatje, meester!
Fantastisch, zie je dan ook deze afwezigheid rondom dit aanwezige papier?
Ik zie een rechthoekige gat dat om het papier heen zit? ,zei een meisje.
en ik zie ook tegelijk dat gaatje in het midden.
Geweldig, jullie kunnen dus afwezigheid zien, zei de leraar, en wat zie je hier?
Hij haalde het uitgescheurde hoekje uit zijn zak ontvouwde het
en hield het in de lucht…
Dat is het verdwenen gaatje! ,riep een jongen meteen.
Weten jullie het zeker…of is dit een gat rondom een stukje wit papier…
met daar omheen een afwezigheid in de vorm van een rechthoek?
Ja meester, nu ik zie het…ik ook…riep de klas.
Weten jullie het zeker van die rechthoek… of houdt deze afwezigheid
rondom nergens op ? Wijzen jullie maar aan waar het ophoudt!
De stockholmmop
Echt waar, wat was het dan? ,vraag je quasi naïef.
Het is een gelijkenis, zegt hij op bezwerende toon, een parabel.
O ja, nee, nu snap ik het, maar ik moet er nu echt vandoor! ,zeg je om er van af te zijn.
Kijk, het zit zo…, begint de gijzelnemer.
Ach nee, nu begint hij het nog uit te leggen ook.
Je besluit het niet te willen begrijpen al zou je het kunnen.
Cinefielen

Leven schijnt een soort generale repetitie van een voorstelling die gelukkig nooit in première gaat. Wat zou je over willen doen in je leven tot nu toe?
Een loze vraag, want is de essentie niet juist dat leven eenmalig en onomkeerbaar is? Hetgeen juist de nodige waarde schept. Er is gelukkig geen gum die de levenslopen kan uitgummen om het daarna nog eens dunnetjes over te doen.
Huisdier
Achteraf gezien was hij al eerder bij ons ingetrokken zonder dat wij
iets in de gaten hadden. We wisten niet eens dat we eten voor hem in
huis hadden. Mijn vrouw betrapte hem het eerst in een wandplank
van ons tuinhuisje. Ze dacht vliegenstrontjes weg te borstelen.
Pas toen die niet verdwenen riep ze mij erbij.
Omdat ik plots nogal kippig ben zette ik mijn bril af om beter te zien.
Ik zag niets dan een gaatje…dit verwondert mij al sinds ik leef,
dat je iets wat er niet is kunt zien…een gaatje dus…maar dit terzijde..
even ter zake. Mijn vrouw bekeek mijn gekijk en vroeg bedenkelijk:
Denk jij wat ik denk?
Ik weet het niet zeker, maar het is niet ondenkbaar, zei ik.
Daar was ik al bang voor, zei ze, daar moet je toch niet aan denken…
Moeten we dan gaan verdelgen?….mijn geweten begon meteen te knagen.
Stel je voor, zei mijn vrouw, onze buitenhuisje verpulverd tot een hoopje molm.
De vraag is of hij alleen is of met zijn hele familie bij ons is ingetrokken.
Ik zie hier maar een paar gaatjes, ik denk dat hij alleen is.
Hoelang zou het duren voordat de hele plank doorzeefd is?
Nou, ik schat toch zeker twintig jaar…?
Zijn wij er dan nog?, vroeg ze.
Ik probeerde het gezicht van een houtworm te trekken.
Maar wie heeft ooit zijn gezicht gezien?
We hebben besloten hem te adopteren.
Hete adem
Ik begin mijn pleidooi dan meestal
met het koude feit dat de kolenmijnkanarie de beste ondergrondse zangvogel is…en tevens de enige.
Het volgende verwijt is dan dat het geen natuurlijk gedrag is en dat de vogel gedwongen wordt om als noodalarm te dienen…bovendien onder invloed van kilo’s zangzaad.
Een bijzonder alarm, want zolang de
vogel zingt is er niets aan de hand.
Pas als er niets meer klinkt is het de hoogste tijd voor paniek.
Het gaat mij echter puur om de zang
die zo intens klinkt alsof het leven ervan afhangt. De hete adem van de dood in de nek stuwt tot grote prestaties, schijnt.
De zang van deze ondergrondse maestro is daarom onvergelijkelijk met andere vogels.
Vooral de stilte na het concert geeft de muziek een terminale impact.
Mijn voorkeur voor deze uitgestorven vogel zal ook resoneren met mijn eigen vergeefse pogingen om te alarmeren over levensbedreigende gangen van zaken. Het feit dat ik mij niet meer laat horen mag dus gerust als een laatste signaal worden opgevat voor luistervinken zonder dovemansoren.