Sportvereniging So What dwaalde traditiegetrouw rond in de laagste regionen van de landelijke competitie. Soms degradeerden ze naar een lagere divisie. Het ging de werknemers enkel om het spel. Ze werden ruimhartig gesponsord door de plaatselijke fabriek die afvalzakken produceerde, tevens naamgever van de club. De SoWhat-zak was een zeer gewild produkt. Niet zo zeer vanwege het onweerstaanbare uiterlijk…zak toonde asgrauw en rook naar verbrande motorolie.
Het succes kleefde vooral aan de onmisbaarheid die de zak uitstraalde en het feit dat de zak de goedkoopste was van de afvalzakbranche.
De speler/werknemers van SoWhat droegen witte shirts met de clubnaam in afvalzakgrijs. Om de prijs van shirts te drukken speelden ze allemaal met rugnummer 11.
Het succes kleefde vooral aan de onmisbaarheid die de zak uitstraalde en het feit dat de zak de goedkoopste was van de afvalzakbranche.
De speler/werknemers van SoWhat droegen witte shirts met de clubnaam in afvalzakgrijs. Om de prijs van shirts te drukken speelden ze allemaal met rugnummer 11.
Soms kregen ze wel eens het gevoel dat ze op het speelveld louter als wandelende reklamedragers fungeerden. Hun directeur/trainer wist dat wekelijks uit hun hoofd te praten in de kleedkamer. Ze moesten niet zo cynisch zijn als bestbetaalde spelers in de huidige divisie….sportiviteit betekende vooral dat je je een goede verliezer moest tonen.
Het bedrijf groeide exponentieel toen ook het buitenland de betaalbare zak in het vizier kreeg. Afval bleek een groeimarkt binnen het economisch speelveld, dus ook de afvoer daarvan.
Vlak naast de enorme zakkenfabriek SoWhat.BV verrees na jaren gesteggel met de gemeenteraad over de bouwvergunning een eigen stadion. De uit staal en glas opgetrokken Sportkolos torende hoog uit boven het regionale industrieterrein,
Het bedrijf groeide exponentieel toen ook het buitenland de betaalbare zak in het vizier kreeg. Afval bleek een groeimarkt binnen het economisch speelveld, dus ook de afvoer daarvan.
Vlak naast de enorme zakkenfabriek SoWhat.BV verrees na jaren gesteggel met de gemeenteraad over de bouwvergunning een eigen stadion. De uit staal en glas opgetrokken Sportkolos torende hoog uit boven het regionale industrieterrein,
een sportief hoogtepunt in het landschap.