Ik heb behalve het gezicht mijn gehele huid vol laten tattooëren.
Het deed even pijn, maar geheel bedekt zijn voelt heel veilig.
De inkt werkt als camouflage die mij aan het zicht onttrekt.
Mijn blinde tattoomeester werkt met onzichtbare inkt,
want ik wil er natuurlijk niet mee te koop lopen.
Vandaar draag ik altijd een coltrui en kniekousen.
Niemand weet dat ik een wandelende iconografie ben.
Het gaat ook niemand iets aan. Ik doe het voor die blinde meester. Op de tast betekent hij mij met betekenissen. Zonder dat beteken ik niets.
Het is iets heel intiems, iets tussen mijn huid en het daglicht.
Dat niemand het ooit zal zien maakt het zo bijzonder en waardevol. Zeldzaam is al bijzonder, maar nooit vertoond…is pas echt uitzonderlijk.
Nu schijnt het alleen, heb ik van horen fluisteren, dat er massa’s van mijn soort rondlopen. Te herkennen aan hun coltrui. Ik zie dat als provocatie.
Soms voel ik mij als een kudde zwarte schapen.