Corpus Porcus


Hier volgen enkele citaten uit het boekwerkje ‘Corpus Porcus’ een kleine zwijnenfilosofie, van etholoog Lodewijk Witsteen. De onderzoeker is een jaar ‘embedded’ geweest bij een ‘rotte’ zwijnen in de Onzalige Bossen op de Hoge Veluwe.

-Bij datgene waarover men niets kan zeggen daar volstaat een zacht geknor.
-Voor gedane arbeid is het nog beter rusten dan erna, laat staan hoe goed men uitrust voor werk dat nooit en nimmer gedaan zal worden, die rust is bij uitstek des zwijns.
-Er is nooit tijdsdruk om je te haasten als je het haast nooit druk hebt.
-In de grond ben je veel aardiger dan boven alle grond verheven.
-Als je hardgrondig in de aarde wroet naar het geluk (het zwarte goud van de truffel) weet je dat de horizon onder je buik ligt, klaar om te vinden.
-Uiterlijk mooie dingen zijn niet om te eten, parels smaken nergens naar,
dus je hoeft ook nergens te zoeken om ze niet te vinden.
-De trog die men net heeft leeggegeten kan men na gebruik weggooien of als ligmodderbad gebruiken.

Het zwijn prijst zich gelukkig om als onrein worden veracht door de religie,
het beschermt tegen zinloze slachtingen, aldus de schrijver.
Te zwijnen of niet te zwijnen? de vraag waarop de etholoog het antwoord zoekt.
Dankzij theologische verdachtmakingen kan het zwijn zijn ware aard uitleven.
Het is een mooie bijvangst van ‘het zuiver op de graat’ willen zijn.

In het nawoord vertelt Witsteen over de cultuurshock die hij kreeg toen hij
na een jaar weer terugkeerde in de menselijke roedel en tot de schrijnende slotsom moest komen dat hij niet meer kon aarden in de ‘menselijke bestaansgrond’.
Heimwee naar de thuisgeur van muskus en humus.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *