De mecenas


De aardige oom gooide nooit iets weg. Hij bleef vrijgezel en schonk tijdens zijn leven al wat hij toch toevallig over had aan kennissen en familie waar hij over huis kwam.
Hij informeerde nooit of mensen het gegeven ‘ding’ wel mooi vonden of goed konden gebruiken, daar ging hij gewoon vanuit. De gulle oom genoot zichtbaar van de reacties als hij zomaar iets ongevraagd achter zijn rug tevoorschijn toverde.
In verlegenheid gebracht dorst de gelukkige ontvanger het ‘ding’ niet te weigeren en schonk onze gulle Oom nog eens bij, want hield wel van een klein borreltje. Niet dat hij veel dronk, maar wel vaak.
‘Hoho niet teveel, schenk liever straks maar wat bij…’
Het gegevenpaard-dogma bracht mensen in een lastig dilemma.
Als hij opeens onaangekondigd voor de deur verscheen haalde men snel het spul van zolder of uit de kelder om het neer te zetten.
Als er iets ontbrak in het meubilair dan ontsnapte dat zelden aan zijn aandacht en vroeg dan waar dat mooie ding gebleven was. Zo was er en een rijk arsenaal aan smoezen ontstaan.
Wat hij voor werk deed bleef in schemer gehuld… hij scharrelde wat rond. Wel leek hij vaak te verhuizen. Als je ernaar vroeg had hij telkens een ander adres.
Waar onze goedgeefse oom al zijn overtollige spul vandaan haalde… daar kwamen we nooit achter. Als iemand er al eens naar dorst te vragen zei hij:
‘Dat weet ik niet meer zo…ooit eens gekregen, gevonden of geleend…schenk nog ‘s bij misschien herinner ik me het weer’
Op het laatst kreeg men de zenuwen als er aangebeld werd.
‘Kijk even uit het raam… het zal toch niet de mecenas wezen?’

1 thoughts on “De mecenas

  1. Het gegevenpaard-dogma. Zo herkenbaar. Het ongemak van de familie tegenover de scharrelende oom. Voor de lieve vrede werd er geen onvertogen woord gewisseld. Dat voor dit fraaie epistel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *