Mijn pianostemmer Ger Averkamp is een autoliefhebber, hij sleutelt graag en draait er zijn hand niet voor om even een motorblok te verwisselen dat hij op de sloperij heeft gescoord. Met zijn zwarte smeerhanden van het olieverversen reviseert hij in de tussentijd oude piano’s en vleugels.
Over de meeste ‘patiënten’ die hij bezoekt heeft deze pianodokter een harde diagnose.
‘Doodziek…terminaal!’, zegt hij doodleuk tegen de eigenaar die om een taxatie heeft gevraagd. Ger wordt vaak benaderd door nabestaanden die met dierbare piano uit een erfenis in hun maag zitten.
‘Ik wil hem wel voor je afvoeren, maar ik kan er niks voor geven…anders moet ik er nog geld op toe leggen!’, zegt Averkamp.
Ik was er een paar keer bij dat Ger piano’s moest afvoeren, om te helpen zeulen.
Voor Ger is het de sport om van 3 of 4 afgeragde instrumenten één mooie piano in elkaar te fabrieken.
Zijn schuur staat overvol met zijn eclectische projecten, talloze kratjes met losse onderdelen.
In de tuin onder het afdak staan de gestripte karkassen. Met zijn kettingzaag gaat Ger ze met liefde te lijf. Averkamp bezit de meest luxueuze houtkachel, exclusieve warmte…hij stookt louter illustere merken Blüthner, Feurich, Ibach, Gaveau, Steinbach, Schiedmayer.
‘Het brandt fantastisch….heeft jarenlang gedroogd!’.
‘Voor aanmaakhout kun je het beste hamerkoppen en het mechaniek gebruiken’, zegt Ger terwijl hij de as van zijn piano’s verstrooit hij in zijn groentetuin.
‘Het mooiste hout is wortelnotenhout…hetzelfde hout dat in het dashboard van een Jaguar verwerkt is’, legt hij uit.
‘Zeg Ger, hoe noem je nou zo’n nieuw samenstelde oude piano…welke merknaam hou je dan aan?’ , vraag ik hem….’Steinblüthmayer?’
‘Alles wat deze schuur heelhuids verlaat is een onvervalste ‘Averkamp!’, zegt hij trots.
‘Klinkt goed’, beaam ik, ‘zou je ook een Jaguarmotor in een DAF zetten?’
Zijn ogen glunderen…hij krijgt er meteen zin in.