Doornendal

Dit was echt, zo’n boek waaraan je je vastklampte,
als aan de glibberige rand van een ravijnwand.
Hier werd je zelf een klifhanger met slechte afloop.
Panisch greep je je vast aan de harde gladde kaft
(niet aan de pagina gaan hangen bij het omslaan!)
je bladzij zou afscheuren en je zou te pletter vallen
in het duistere, van God-en-alles-verlaten Doornendal.
Je enige hoop was halsstarrig door te blijven lezen,
hangend aan dat zijden rode draadje van het verhaal.
Alleen dan, als je het tot het laatste woord volbracht
had mocht je de wankele verwachting koesteren dat
je het maar gedroomd had, dat alles maar denkbeeldig
was geweest. Toch had je echte spierpijn, klamme handen.
Zelfs je schouders voelden verkrampt, je adem amechtig.
Het bleef nog weken unheimisch door je vege lijf spoken.
Dit vond je nog eens ‘n goed boek, dat zoiets met je doet.
Alleen de rug in je boekenkast bracht al een lichte huivering
te weeg. Ze keek je aan…vanuit de ogen in haar rug.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *