we sliepen heerlijk zacht en licht
als zwevende sneeuwvlokjes in de nacht
droomden van wakker worden
in het ongeschonden wit
zo stil hadden we het nooit horen vallen
glurend onder het gordijn door
bleek de nacht verlicht
zo bleek
de volgende ochtend zat
in de sneeuwvacht een witte kat
we werden als batterijtjes opgeladen
de droom smolt weg
wat bleef was het voltage