Eerste liefde

Je grootvader was een Eskimo,
kende alleen maar sneeuw en ijs.
Hij vroeg alles, je oma legde uit.

Wat zijn dat voor stukjes hout met een plankje?
Dat is een stoel, om op te zitten.
En dat stokje waar sap uit de punt stroomt?
Dat is mijn pen, om mee te schrijven.
En die gekleurde lapjes die daar hangen?
Dat is mijn nieuwe jurk.
En dat stof op de vloer?
Dat is het tapijt.
En deze vlakte op stokjes?
Dit is de tafel, om aan te eten.

Nu wist hij hoe het zat.
Een stoel was een stapel houtjes.
Pen, een nat stokje.
Jurk, gekleurde lapjes.
Tapijt, stof op de vloer.
Tafel, een hoogvlakte van hout.
Nu konden ze praten, verliefd worden, trouwen.

Later schreef je Opa het op
met een nat stokje
op de hoogvlakte
op een sneeuwwit vel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *