‘Eeuwigheid is geen stok achter de deur, tijd is pas een aanjager’, zo moet ‘de maffia van de ziel’ hebben gedacht om het leven vòòr de dood te manipuleren door een deadline in te stellen. Het laatste taboe en tevens het meest openbare geheim is: dat de dood niet bestaat. Wie het taboe doorbreekt wacht gelukkig de doodstraf. Precies deze enige zekerheid die de mens dacht te hebben blijkt alsnog een illusie. Het maakt de moderne, postmoderne, neo-postmoderne mens een beetje zielig vanwege zijn ultieme pretentie om volkomen zielloos te zijn. Zijn meest vaste overtuiging blijkt niet meer dan een voorbarige aanname. Een aanname die wellicht ook wel goed uitkwam. Zo was je overal in een klap voorgoed overal van af, wishfull thinking. Onverwoestbaar heeft de wereldziel alle levensvormen door tijdloze eonen heen geïmpregneerd, gemarineerd in een zee van bezieling. Niets persoonlijks overigens. Bescheiden universeel. De dood sterft van het leven. Zelfs stenen zijn bezield. Luister maar eens in de nacht, dan kun je de planeten horen bulderen van het lachen. Ze lachen zich werkelijk dood, al eonen lang. Zelfs de meest hartstochtelijke ontkenning van bezieling is doordrenkt van bezieling, alsof het leven ervan af hangt. Onbedoeld geestig.