Fabel van de Geluksvogel

Het kan van een afstand zo lijken, maar de geluksvogel heeft niet altijd geluk.
Zij staat vrij onverschillig tegenover geluk of ongeluk.
Ongelukkig zijn vindt ze ook niet zo erg.
Omdat ze ieder geluk bij een ongelukje benut, lijkt het alsof alles haar zomaar in het schoot wordt geworpen.

Je klaagt toch ook niet over het weer! zegt ze opgewekt.
Wees blij dat je er bent, als je er niet was dan kon je niet eens klagen over het weer.
Het ligt allemaal zo voor de hand, zegt ze vaak als andere vogels haar niet kunnen volgen.
Als ik eet eet ik wat er is, is er niets dan eet ik niet.
Kan ik niet slapen dan slaap ik niet, word ik niet wakker, ook goed.
Ik gebruik wat voor de hand ligt.
Vervolgens laat ik het liggen omdat het er al is en dan doe ik verder niets of iets heel anders…
Laatst was ik zelfs blij met een dooie mus.
Hij was een oude vriend van mij, ver in de negentig en al drie keer van het dak gevallen.
Die ouwe kon niet meer tjilpen op dinsdag.
Hij is zo blij dat-ie dood is, vertelt de geluksvogel.
Hoe weet je dat? vroeg ik haar.
Omdat het zo geheimzinnig stil is op dinsdag.
Ik ben blij dat ik hem heb gekend, zonder hem was de dinsdag een dagelijkse dag.

Dat je iets te klagen hebt verwijst naar het geluk dat je er bent.
Hoevelen worden er nooit geboren?
Als je hen zou kunnen ontmoeten dan zouden ze klagen dat ze er niet zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *