Florale motieven

‘Meneer Wildesheim of mag ik Florian zeggen…u schrijft als aforist vaak over de mens…hoe definieert u de mens en …bent u een mens? …wilt u misschien iets drinken’

‘Ja water graag, en hoe u mij noemt is mij om het even…wat was de vraag ook al weer?’ , vroeg Florian Wildesheim monter als altijd.

‘Bent u een mens?’ ,herhaalde ik opgewonden en benieuwd naar zijn antwoord’

‘Ach, wat is een mens?’ , verzuchtte Wildesheim, ‘de mens is een mogelijkheid…
of laat ik het zo zeggen:
‘Je had ook kunnen vragen: bent u een bloem? ,maar wat is een bloem…?
,van vlees en bloed….met huid en haar…?

‘Wat wilt u daarmee zeggen?’

‘Heeft een bloem de mens Linnaeus ooit gedetermineerd als ‘Namennoemer’ , en gecategoriseerd als behorend tot de familie der loslippigen?’

‘Nee, niet dat ik weet…Linnaeus is toch die plantkundige…maar waar wilt u naartoe?’

‘Net als een echte plant wil ik nergens naartoe….ik zeg alleen maar, dat de bloem zonder naam leeft, zonder definitie van wat een bloem zou zijn…ze heet zelfs niet ‘Bloem’…begrijp je?’
‘Waarom zou een mens zichzelf dat wel wijsmaken, zichzelf definiëren, indelen in een afgebakende soort, evolutie is juist niet afgebakend zijn?’

‘Je zou volgens u dus net zo goed kunnen zeggen: ‘de mens is een bloem van vlees en bloed met huid en haar?’

‘Zou kunnen, maar je kunt ook niets zeggen…geen namen noemen…
niet definiëren, niet categoriseren…bloemen blijken zo heel goed te kunnen leven…
een bloem heeft geen identiteit, geen diploma, geen vergunning, geen verzekering!’

‘Suggereert u nu dat de mens evengoed als een bloem zou kunnen gaan leven?’

‘Misschien zelfs beter…de mens zou kunnen floreren. Weet u, het namennoemen staat ten onrechte in een hoog aanzien, maar een naam is geen feit en een feit is geen verklaring…en elke verklaring is hooguit een nieuwe poort naar het mysterie’

‘Goed, laten we even opnieuw beginnen: ‘Bent u dan een bloem?’

‘Dat zou je net zo goed kunnen zeggen of niet…maar hoe dan ook,
pluk mij maar niet, de zon is mij genoeg’

‘U zou anders mooi staan in een mooie vaas!’ ,merkte ik plagerig op.

‘Een lege mooie vaas is mooi genoeg, negeer mij liever…laat mij staan in het open veld van het voorwoordelijke’

‘Wat is dan het doel?’

‘Een bloem heeft geen doel, geen strategie, het is haar oorspronkelijke natuur om zich eenmalig leeg te geven’ , zei Wildesheim resumerend.

‘Kunt u dit interview samenvatten tot een kernachtig aforisme?’ , probeerde ik Wildesheim te verleiden.’

‘Daar begin ik niet aan’ ,zei Florian resoluut, ‘elk samenvatten is een misvatting!…krijg ik trouwens nog water?’

Pas achteraf realiseerde ik mij het verband tussen zijn voornaam en de uitkomst van ons florale gesprek.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *