G beloofde plechtig te zullen bestaan, desnoods als waan,
zo stelde hij zich even gemakkelijk voor…
als een Zij…als een Het… kon wat hem betreft ook,
als koe, olifant, plankton…het is mij om het even,
vermommen is mijn eerste natuur…
en geniaal is mijn tweede naam, grapte G luchtig.
Of als Alles, ligt dat ook binnen de mogelijkheden?, stelde ik voor
dat rekende G ook goed…
Ja Alles, dat beviel G wel het best…
een Bourgondisch type
En als Niets? , zo probeerde ik plagerig
om Zijne/Hare existentie op de uiterste spits te drijven..
G’s vergezicht toonde een gelukzalige grijns
(G kan trouwens niet zo goed rekenen,
doet liever alles gewoon in grote hoeveelheden
en lukraak, waarmee G verbazend vaak geluk heeft)
Ik probeerde nog of de baard onderhandelbaar was…
Geen enkel probleem, maar het punt ontging G volledig.
Is een puntbaard ook goed?, stelde G bescheiden voor.
En…, nu kwam het penibele punt aan de orde…
Kan het een beetje wraakzuchtiger? G keek verbaasd op.
En dan vooral naar de dingen die ons hier niet bevallen…
Dat we door ons serene gebed iets laten vernietigen, iets
wat ons stoort, in de weg zit, of wat ons domweg verveelt?
G was al afgehaakt voor ik mijn toch redelijke verzoek had afgerond.
Terwijl ik het nog zo netjes had verwoord.
Het vond geen gehoor.
G bestond kennelijk liever niet dan zo.
G had zich ontschapen.
Prachtig! Zelfs de baard bijpunten is geen probleem. Maar wraakzucht, afkeuring, weerstand tegen wat is… Daar kan G helemaal niks mee. Al zal zijn ‘zichzelf ontschapen’ hooguit schijnbaar zijn, verborgen achter een grauwsluier van… wraakzucht, afkeuring, weerstand tegen wat is.