Genen 11 (Mammoet)

‘Waar is mijn flacon’ ,vroeg vader enigszins paniekerig zoekend in zijn posttas,
‘heb jij hem ergens gezien?’
‘Hoezo?’ ,vroeg ik zo achteloos mogelijk, ‘waarom zou ik nou…!’
‘Hij mag niet in verkeerde handen vallen’ ,zei vader indringend.
‘Hij?…wie is hij?’
‘Ja, die flacon!…ik moet hem vinden, hij zit vol met slaapmiddel…
levensgevaarlijk bij een iets te grote dosis!…je kunt er een mammoet mee omleggen!’

‘Ik dacht dat u er schervenwater in bewaarde als hartversterking voor onderweg!’ Het zweet brak mij uit als ik dacht aan Barvo die nu al tien uur achtereen in de cellokoffer lag te ronken..zou hij er ooit nog levend uitkomen?…hoeveel van dat spul had hij opgeslokt?…het zou toch niet zijn doodskist worden die cellokoffer?

‘Waar gebruikte u die flacon dan voor?’ ,vroeg ik aan mijn vader.
‘Om aan dat uitreisvisum te komen natuurlijk, als je die ambassadelarven niet kan omkopen moet je ze verdoven of in het uiterste geval vergiftigen…het is mij nu gelukkig wel gelukt, ik heb de officiële formulieren bemachtigd…ze zijn alleen nog niet ingevuld en ondertekend, maar dat kunnen we zelf wel. Ze worden hier in de stad met de dag gekker, we moeten snel vertrekken…wist je dat ze de boeken van die Vorelsmani van jou op het plein hebben verbrand?’

‘Wat, Parkietenvlees…dat prachtboek?’
‘Ja precies, de hele tweede oplage is is in rook opgegaan…hij zou een vijand van het volk zijn…ze zoeken hem!’ Tranen schoten bijna in mijn ogen, ik moest ten koste van alles Barvo redden, al was het maar om het boek voor de mensheid te behouden… dat lag veilig in zijn geest opgeslagen.
‘Wanneer kunnen we dan vertrekken en wat kunnen we meenemen?’ ,vroeg ik daadkrachtig.
‘Als het lukt reizen we morgenavond per trein vanuit station Warbovald. Moeder Wami komt later, ze heeft nog een stuitbevalling…we kunnen niet veel meenemen…amper het hoognodige…ik heb buur Momzi gevraagd om ons huis te beheren tijdens onze afwezigheid, je moest nog de groeten hebben van Belko!’
‘Ik wil alleen maar de cellokoffer meenemen’ ,zei ik vastberaden denkend aan arme Barvo.
‘Cello? Waarom die cello, je hebt nooit meer op de cel van opa Darpo gespeeld.’
‘Weet ik, maar ik moet toch iets te doen hebben, als ik nooit meer mag schrijven.’
‘Vergeet de literatuur toch jongen, ga liever brieven lezen zoals je vader…dan is de wereld een eindeloos feuilleton…en vergis je niet jongen, rendieren hoeden is hard werken, vergeleken daarmee is postbezorgen als bloemetjes plukken in een lentewei…maar goed als jij die kist zelf draagt vind ik het best!’ Vader klonk een beetje in de war voor een postbode die het toch van orde, stiptheid en regelmaat moet hebben. Opeens vroeg ik mij af: als Barvo in die koffer ligt, waar is dan die cello gebleven?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *