Er is een grote categorie dingen die je niet kan thuisbrengen.
Door ze te nummeren worden ze schijnbaar onder controle gehouden,
terloops gooien ze hun nummertjes lukraak door elkaar. Recalcitrant is hun aard.
Dingen hebben vaak gaatjes van waaruit ze je achteloos begluren. Je voelt je bekeken.
Het is magisch, precies op het moment dat je de dingen in hun ogen kijkt
kijken ze terug…of keken ze al die tijd al naar de ogen in je rug?
Je weet niet wie er met kijken begon. Ze houden ons scherp in hun gaten.
Dingen hebben een vermeend fatalistische houding, het bestaan overkomt hen zogenaamd allemaal. Ze hebben vreemde ogen die dwingen en imponeren, om ons aan te zetten om iets met ze te doen. Het enige wat je kunt doen is er een schroefje indraaien of een veter door die brutale oogjes rijgen. Ze blijven van blik.
De dingen praten niet, toch lijkt hun lichaamstaal te zeggen : “Wij zijn hier louter voor de vorm, in onze ogen hadden we er net zo goed niet kunnen zijn.”
(Illustratie: Martin Jarrie)