God begon te varen

Er zijn vele Godsbeelden.
De kapitein op het schip is er één van.
God schiep een schip en begon te varen.
Ruiteschip Aarde, bevaart de zee van ruimte
Het is een goede zeeman, blind varend op de sterren
Hij kent de zee van mogelijkheden op z’n duimpje.
We zitten allemaal mooi in de boot.
De kapitein heeft beloofd alle opvarenden veilig aan wal te brengen alvorens het zinkende schip te verlaten. Hij kent alle wallen, hij eet er graag.

Het vervuilt aan boord, er is achterstallig onderhoud, te veel bemanning.
Sommige matrozen muiten en willen andere planeten enteren om mee verder te varen.

Het aardschip is geen vrachtvaarder, hij vaart nergens heen, er valt nergens iets af te leveren.
Er zijn bemanningsleden die met alle macht een andere kant op willen roeien, tevergeefs uiteraard. Het moederschip drijft en niemand weet wat haar drijft.
Het lijkt eerder een soort cruise, doelloos dobberend de tijd nemen, varen om het varen, met alle winden mee.
De kapitein vertelt, terwijl hij in z’n whiskyglas naar het ijsklontje kijkt, over zijn ontdekkingsreizen aan zijn gasten. Onze kapitein was een tijdje uit beeld, men dacht dat hij dood was. Hij lag zeeziek in het vooronder ’the old man and the sea ‘ Hemingway te lezen.

Niemand zit in het kraaiennest, wat een uitzicht…

Verstuurd vanaf mijn iPad

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *