Van oudsher zit overal wel een luchtje aan. Gelukkig of jammer genoeg ruikt de menselijke neus niet alles. Anders dan de mensengok ruikt de hondenneus veel meer geurwerelden, zoals ook het hondenoor veel hogere frequenties ontvangt. Veel mensen zijn ervan overtuigd geraakt dat ze stinken en wassen zich zo manisch dat ze huidproblemen krijgen. Daarna spuiten ze zich vol met officieel goedgekeurde geuren uit stinkend dure glazen flacons. Ergens tijdens hun opvoeding is hun wijsgemaakt dat ze stinken. Wanneer men vindt dat iets stinkt dan ruikt men meestal iets anders, iets anders dat men niet thuis kan brengen. Het andere stinkt en het eigene geurt.
Als een kat je kopjes geeft dan smeert hij je in met zijn geurklieren die vlak voor zijn oor liggen, het haar daar is wat dunner ingezaaid waardoor het lekkerder smeert. Je wordt eigen gemaakt, nu behoor je tot het territorium van je kat. Is het niet vreemd dat de mensen vervreemd zijn geraakt van hun eigen natuurlijke lichaamsgeur? Volgens mij symbolisch voor de vervreemding van zijn eigen wezen, zijn oorspronkelijke natuur.
Die geurloze essentie die alles waarneemt. Volgens een oud volksgeloof heeft alleen de duivel geen geur. Daar volgt uit dat alles wat niet des duivels is tegen de klippen opstinkt. Zo is het goede in een kwade reuk komen te staan.