Het hek is voorgoed van de dam.
Alle brave schapen zijn gevlogen,
als wolkjes in blauwe hemellucht.
Wat moet je nog met die oude ram?
In dit droge ligt al het vermogen.
Daarvan is deze ruimte de vrucht.
Ontloop met zorg de kudde herders.
Ze leuren met hun vuile vachten,
alsof het de zuiverste zijde is.
Leef stil kaalgeschoren verder,
blaat geen mooie dooie gedachten,
blijf onverwoestbaar als het gras.
Wauw, prachtig.
Ik ben er stil van.