in de haven liggen vele schepen
in de week, als keiharde ideeën
zijn ze helaas te onbevaarbaar
op de smeltzame zee van zijn
ze moeten eigenlijk ontwateren
in de winter, op het droge
om ze onzinkbaar afgedicht
fraai op te kalefateren…echter
‘s nachts aan de wakende kade
maken handen trossen los
ze lichten ankers om onbemand
af te drijven naar poolgebieden
waar vereende handen bouwen
aan het massieve machtige schip
van ijs, dat eenmaal klaar op reis
gaat richting evenaar, om zich
aldaar ongehavend te ervaren