Het land der dalen


‘Biroestan: het land der dalen’, zo staat het in de reisgids.
Ik keek mijn ogen uit, de eerste keer dat ik het landschap overschouwde. Zoveel dalen had ik nooit gezien, verbijsterend mooi.
‘Maar Wombazi….waar zijn de bergen?’, riep ik. Ik knipperde nog eens goed om te kijken of ik het goed zag. Nergens een berg.
‘De bergen zijn gaan liggen om de dalen te ondersteunen, een kwestie van dienstbaar zijn!’, legde mijn vriend rustig uit terwijl hij de slaap uit zijn derde oog wreef.
‘Hoe kan dat nou’, riep ik uit, ‘hoe kan een dal zonder berg?’
‘Dat zie je hier toch…. heel simpel, het dal is op de rug van de berg gaan zitten, zo kun je het ook zien…’, zei Wombazi terwijl zijn neus de contouren van de dalen volgde.
‘Zullen we een dalwandeling maken?’, stelde hij voor, al kwispelend met zijn bont gestreepte staartje.
‘Waar komen we dan uit, Wombazi?’
‘In het volgende dal natuurlijk, net zo lang tot we het toppunt der dalen hebben bereikt,
dat ligt heel laag, weinigen weten dat punt te bereiken!’, waarschuwde Wombazi met zijn dubbele wenkbrauwen.
‘Ik zie er wel tegen op, tegen zo’n diepte’, zei ik weifelend.
‘Ach, dan gaan we toch halverwege weer terug’, stelde mijn gids mij gerust.
Terwijl we de afdaling inzetten bleef ‘het toppunt van diepte’ door mijn geest spelen.
Alsof ik ergens bang was voor het verlangen om daar ooit te zijn geweest.
Wombazi huppelde vrolijk voor mij uit het dal in.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *