Het snurkende oor

Luciano Lucello had er ooit van gedroomd een zielskliniek te vestigen, nu was het zover.
Zijn droom was simpel te duiden.
Zijn beide ouders waren apart genomen nog wel redelijk
maar samen dreven ze elkaar tot onredelijke gekte, gedrenkt in waanzin.
Luciano groeide gelukkig en noodgedwongen op bij zijn grootouders buiten de stad.
Nu keek hij als psychiater uit op het landgoed van zijn Instituto Dell’anima, de tuin waar hij zijn jeugd had doorgebracht.

Pollice was op een van zijn fabelachtige omzwervingen nietsvermoedend het terrein van de zielskliniek opgelopen. Gewoon een mooi landhuis in de ogen van Grosso, wist hij veel, als analfabeet, bordjes las hij niet, hekjes klom hij over.

“Elk hek is een opstapje voor een nieuw verhaal”

In de tuin kwam hij in gesprek met een medewerker, deze leidde hem al luisterend naar een mooie ruimte waar hem verzocht werd even te wachten.
Pollice begreep het niet, maar wilde na zijn tocht wel even zitten bladeren door de tijdschriften, plaatjes kijken.
Later hoorde hij dat het de wachtkamer van het instituut was, waar men zielen bevrijdde.
Hij voelde zich meteen thuis, een prachtige tuin omgaf het lichte paviljoen.
Een vriendelijke man verscheen na een tijdje en nodigde hem uit in een belendende kamer en vroeg hem te gaan liggen als hij wilde.
Het aanbod verwonderde Pollice, maar na de een lange wandeling vlijde hij zich graag neer op de fluwelen sofa.
Vertelt u maar, had de man gezegd, ik ben een en al oor.
De verteller vertelde en vertelde verder en verder, het ging maar door… tot Pollice ‘het luisterend oor’ hoorde snurken.
De enige luisteraar was in slaap gebracht door zijn verhaal.

“slaapverwekkend is het grootste compliment voor een goed verhaal, dat de luisteraar zich zo ontspant dat hij zich totaal overgeeft”

Pollice gaf zich eveneens over aan een hazenslaapje.
Uren later werd hij gewekt door de man die zijn excuses aanbood voor het feit dat hij in slaap gevallen was.
“Moet je mij daar voor wakker maken?” had Pollice gevraagd.
“Het spijt mij, maar onze sessie is uitgelopen, we zijn al drie uur bezig”
Het werd duidelijk dat Pollice voor een patiënt was aangezien.
Toen de psychiater vroeg dat het toch duidelijk op zijn deur te lezen stond kwam aan het licht dat er een analfabeet voor hem stond.
Het verbaasde Grosso dat een psychiater met luisteren zijn geld verdiende.
“Eigenlijk zijn wij elkaars spiegelbeeld, verteller en luisteraar”

Ze keken in elkaars spiegel en een vriendschap voor het leven was geboren.
Ze bespraken de genezende werking van verhalen en van truffelhallucinaties.
Luciano stelde Pollice voor om hem het alfabet te leren en te leren lezen.
De zelfverzekerde analfabeet wees het gulle aanbod van de hand met de opmerking;
“dat zou hetzelfde zijn als je een vogel eerst het muziekschrift zou willen leren voordat de vogel kan beginnen met zingen”

Pollice liet zijn verzameling truffels zien aan zijn verse vriend Luciano, die keek zijn ogen uit, als een kind in een snoepwinkel.
Lucello zag een apotheek met zeldzame psychopharma, uitgelezen waar voor zijn kliniek.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *