Hier


Dieren hebben geen apparaten, geen protheses.
Een kraan is overbodig, ze drinken uit een regenplas, uit de sloot.
Een wasmachine met centrifuge…niet nodig.
Ze likken zich schoon en droog met hun tong.
Vervoersmiddelen hebben ze niet, ze komen dan ook niet ver zal men zeggen.
‘Nee, de mens is ver gekomen!’, zou het dier zeggen.
Een ding moeten we de mens nageven: hij is de uitvinder van het ver gaan, van het ver brengen, van het ver schoppen.
Het enig doel daarvan lijkt te zijn om het ‘Hier’ te ontvluchten?
Het dier luistert niet naar de radio of naar zijn vermeende baas, het kijkt geen televisie, gaat niet naar de bioscoop.
Het dier luistert naar het lichaam en verzorgt het.
Mensen hebben haardroogkappen, ijskasten, vrieskisten, hoogtezonnen.
Dieren hebben het koud en warmen zich aan elkaar of aan de zon.
Ze weten intuïtief te overleven. Ze helen zich zelf door kruiden te eten, zonder ooit farmacie te hebben gestudeerd.
De mens gaat graag verder dan te ver. Alles moet wijken en bezwijken aan zijn menswording.
Dierwording lijkt mij verre te verkiezen boven te ver gaan.
Hier zelfvoorzienend zijn.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *