Ik ben een barbaar, omdat ik hier door niemand verstaan word.
Uit Ovidius, Metamorphosen.
Waar je ook komt als eenling die de plaatselijke taal niet spreekt, daar ben je een barbaar. Hetzelfde geldt voor degene die dingen heeft meegemaakt die buiten de ‘normale’ dagelijkse orde vallen. Niemand kan daar een verbinding mee maken of een voorstelling omdat soortgelijke referentie ontbreekt. Zo zal de meerderheid altijd de minderheid definiëren als afwijkend, de eenling als barbaar.
Dit is ook het probleem van de soldaat die het slagveld overleefd heeft. Met medailles onderscheiden kan hij eenmaal veilig thuis aan niemand uitleggen wat hij daar heeft meegemaakt. Alleen zijn hond begrijpt hem, die is afgericht om hem rugdekking te geven. Permanent houdt zijn hond in de gaten wie of wat hem van achteren zou kunnen belagen, terwijl hij probeer te doorgronden voor welk strijddoel hij zich heeft
laten gebruiken.