De kunsttempel stelt zich ten toon als een kunststukje van klassieke verhoudingen, met als voornaamste bouwmateriaal ruimte, ruimte die er altijd al geweest is…
De kunst binnen de tempel zelf lijkt soms kunstmatig, af en toe heel kunstig, vaak kunstzinnig, of van ‘echte’ kunststof. Je weet in het beste geval niet wat je ziet, welke vreemdheid stelt dit nu weer voor? Een hoog raarheidsgehalte.
De meest zeldzame beleving ontstaat wanneer het begrip kunst zelf wordt overstegen, dat vergeten wordt dat er geen criteria voor bestaan, geen keurmerk. Dat geen kenmerk het enige kenmerk is van het wezenlijke.
In de brochure lees je dat kunst vaak iets anders wil zijn om ‘het gewone’ weer als nieuw te kunnen ervaren en ‘hoe het kunstwerk zich verhoudt tot de ruimte’. De echo van dit machteloos grijpen naar houvast klinkt nog lang na.
Een kunstwerk verhoudt zich niet tot de ruimte, het verzuipt erin. Ruimte is van nature buiten proportie, elke verhouding is zoek, elk ‘ding’ hoe groot of hoe kunstig ook verdwijnt erin. Het ‘ding’ valt in het niet.
De val in het ‘Niet’ is de directe ervaring van totale ruimte.
Dit overkomt ook de bezoeker als ding. In de val valt ‘hij’ samen met ruimte. Kunst blijkt dan een mystiek ruimtevaartproject.