Jutkust

Bij het ontwaken was er een woord achtergebleven op de kust van de nacht. Omdat ik graag jut nam ik het mee, misschien zat er een verhaal in?
Het woord ‘obsoleet’. Ik heb het nog nooit gebruikt. De betekenis is mij onbekend.
Wel herken ik het als een bestaand woord waar ik eens overheen gelezen heb zonder mij om haar betekenis te bekommeren. Uit de context begreep ik niet wat ‘obsoleet’ wilde zeggen. Nu is het uit zichzelf, vrij van welke context dan ook naar mij toegestroomd. Wat wil het mij zeggen?
Ik neem contact op met de autoriteiten, het woordenboek…daar vertelt ze mij:
‘Ik beteken, verouderd, in onbruik geraakt, overbodig’
Ze heeft kennelijk gevoel voor humor, een gevoel dat we delen. Ik kende haar dus niet, omdat ze ‘in onbruik was geraakt, overbodig was en verouderd‘.
Overbodig vind ik haar helemaal niet, obsoleet is absoluut een prachtig woord.
Vandaag heb ik haar naam dus voor het eerst gebruikt, obsoleet.
Als ik haar vaker gebruik zal ze steeds minder obsoleet worden, ik zal dus zuinig op haar zijn.
Wie zelf obsoleet is wordt regelmatig beticht van archaïsch taalgebruik, het mooiste en rijkste taalgebruik. Een archaïsch taalgebruiker gooit geen enkel woord weg als er geen beter, genuanceerder woord voor in de plaats komt. Mensen die zeuren over archaïsch taalgebruik zijn altijd zo genuanceerd als een sloopkogel, waarmee ik mij dus feitelijk onder hun gezelschap schaar. ‘Vuile Obsoleet’ ,zo noemen ze me daar.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *