Kafka de pratende kauw

Ach, zegt Kafka de pratende kauw
ik ben zo gehecht aan mijn kooi!
Ja, ik ga liever dood dan dat ik één dag
zonder die mooie kooi zou moeten leven!

(Het publiek applaudisseert als een vogel
voor dood gaat liggen op de bodem van de kooi.)

Wat deze gouden kooi voor mij betekent
is niet in woorden te zeggen,
maar ik bijt liever mijn tong af
dan dat ik zou zwijgen over het onzegbare.
De tralies van taal zijn zo bevrijdend.

(Het publiek raakt in extase als een vogel fonetisch
het onzegbare in bloesems van klinkers verklankt.)

De kooi heeft mij leren spreken en
discipline bijgebracht, vormende grenzen.
Hoe mensentaal uit de keel van een vogel
iemand kan betoveren verbaast mij nog steeds.
Ik zeg gevat wat niemand wil horen.
In hun vragen ligt het antwoord besloten,
dat schijnen ze zelf maar niet te vatten.
Sommigen vinden dat ik orakel, dat klopt als zij dat vinden.
Wie het vindt mag het houden.

Ik weet het niet en dat zeg ik
omdat ik heel zeker niet weet.
Niet weten is onbetwijfelbaar.

Ik weet niet wat ik ben.
Een hybride soort, een tussenvorm
iets vogelmensachtigs, een filosovogel?
Vliegen kan ik al niet meer,
ik fladder maar wat rond
in de kooi van taal.
Woorden zijn tralies
om werelden in te vangen.

In hoger beroep ben ik
tot onschuld veroordeeld, levenslang.
Valse aantijgingen beaam ik graag,
de terechte ook.

Ja, de kooi staat open,
ik kan er bovenop gaan zitten
en zeggen dat ik vogelvrij ben,
ik voel mij vrij om niets te zijn,
vrij van vrijheid.

Zo zing ik met mijn schorre stem
het lied dat ik niet zingen kan,
en dat zing ik dan, ik geniet ervan
te spelen zonder rem.

Nu dwijnt de kooi in zwijgen,
het is geweest, zo mooi.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *