We gingen op kerstochtend naar onze tuin, ons aardse paradijs.
Om het water af te sluiten voor de immens strenge Hollandse winters.
De toegangspoort leek te zijn geforceerd. We wrongen ons door de kier.
Het electrische slot deed het niet meer.
Eenmaal binnengedrongen onderzochten we wat er loos was.
We keken naar braaksporen, sloten het hek dat nu meteen in het slot viel.
Het was mij onmiddellijk duidelijk dat we ingesloten waren.
Gegijzeld door een kapot slot. Gevangen in ons aards paradijs.
Van iets of niemand mochten wij kennelijk de wijde wereld niet meer in.
Een geheime opluchting nam mijn hart in bezit.
Welke misstap hadden wij begaan om dit geschenk te krijgen?
De verbanning was van korte duur. Twee uur later kwamen onze bevrijders al.
We moesten dankbaar zijn dat we de wereld weer in mochten.
Ik sloot het water af om zodoende een Elfstedentocht af te dwingen.
Nou jaaa, een dubbele lockdown met kerst!… Maar dan wel in jullie paradijselijke tuin, inderdaad. Toch een stuk fijner dan in de cabine van je vrachtwagen in Engeland…