Leven onder hoogspanning schept verwachting.
Wachtend op een klap die nooit kwam.
Niet wetend wat er dreigde, in welke vorm,
wachtend op een klap die nooit kwam,
geen benul uit welke hoek die klap zou komen.
Wachtend op de klap nooit meer kwam.
Ieder moment kon nog in zekerheid omslaan,
van een klap die kwam in het nooit meer wachten.
Een zekerheid die het voorgevoel zou bevestigen,
smachtend naar die klap die nooit meer kwam.
Na spontane kortsluiting viel alle stroom uit.
Lachend om die eeuwig ongeboren klap.
Alsof afwezige spanning het meeste licht geeft.
Lachend om ‘Niets’, je ziet geen klap meer.
Opgelucht en opgelicht door implosie.