Klokhuis

Ik ken een man, kennen is teveel gezegd, het is zelfs geen kennis.
Eigenlijk ken hem van horen zeggen, van horen klagen. Zijn vrouw klaagt tegen mijn vrouw dat hij het huis volpropt met ’troep’ die hij bij de vuilnisbak vindt. Hij ziet zichzelf als redder van dingen die vernietigd dreigen te worden, met een scherp oog voor hergebruik van materialen. Wellicht is zijn reddingsdwang geworteld in een crisistijd waarin niets meer te krijgen was en alles welkom, al was het maar voor de allesbrander.
Na grote ruzie met moeder de vrouw en ontruiming van het huis heeft hij zich gestort op het verzamelen van klokken van allerlei soorten, van pendule, staartklok tot horloges.
Om zijn verzamelwoede te legitimeren probeert hij de uurwerken aan de praat te krijgen.
Ze vertikken het om te lopen, soms lopen ze heel even, uit de pas. Met onderdelen van de ene klok probeert hij de andere aan de gang te krijgen. Hij bestelt onderdelen die net niet passen.
Het huis slibt weer dicht met onderdelen, nu legaal, het doel heiligt de middelen. Zolang hij zich op een doel richt heeft zij het minste last van hem.
Wij verdenken haar ervan dat ze gek wordt van het getik en de klokken stiekem stil zet.
Misschien is hij er helemaal niet op uit om uurwerken te laten lopen maar juist om de tijd stil te zetten…om de tijd te doden?
Al zijn klokken wijzen een andere tijd aan of hebben helemaal geen wijzers meer. Twee keer per etmaal staan ze precies gelijk met de huidige tijd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *